Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 257

‘sanders als mozes’

256

stuur had echter weinig in beweging kunnen zetten. Het was er niet in geslaagd een solide draagvlak te creëren, onwennig en onhandig opererend in de nieuwe mub-structuur die slecht was uitgekristalliseerd en daardoor dirigistische trekken had gekregen. Dit laatste was volgens interim-decaan Sanders de crux van de crisis: zonder een deugdelijke, naar behoren werkende organisatiestructuur was het onmogelijk de wildgroei van bco en com te beteugelen, de werkdruk te verminderen, het onderzoek naar hoger plan te tillen en het bamacurriculum in te voeren. Ook een hiërarchisch bestel als de mub viel of stond met collegiale verhoudingen. Het faculteitsbestuur moest daarom een open oog en oor hebben voor de gemeenschappelijke vergadering waarin afgevaardigden van de onderdeelcommissie, die het personeel vertegenwoordigde, en van de studentenraad zitting hadden. Structureel overleg tussen het bestuur en de afdelingshoofden was volgens Sanders evenzeer essentieel. Voorts entameerde hij, als derde draagvlakpijler, een maandelijks hooglerarenoverleg, terwijl hij er bij de afdelingen op toezag dat een medewerkersoverleg in het leven werd geroepen, zijnde klankbord voor het afdelingsbestuur. ‘Het zijn allemaal geen schokkende dingen,’ vond Sanders. ‘Je kunt dit vinden op bladzijde één in een willekeurig organisatieboekje.’6

‘sanders als mozes’ Met de faculteit eenmaal en marche op de mub-route kon Sanders vervolgens een begin maken met het schoeien van het onderwijscurriculum op de nieuwe bamaleest. Een hiertoe geformeerde commissie, voorgezeten door hoogleraar bestuurskunde Fred Fleurke, presenteerde in mei 2001 een rapport dat in zeven bacheloropleidingen voorzag. Vijf opleidingen waren geënt op bestaande doctoraalvarianten, te weten politicologie, bestuurskunde, sociale en culturele antropologie (voorheen culturele antropologie/sociologie der niet-westerse samenlevingen), com en bco. Twee bacheloropleidingen waren nieuw: sociaal-culturele studies, zijnde samenvoeging van sociale gerontologie en mvb, en communicatiewetenschap.7 De masterfase kende dezelfde zeven opleidingen en moest wérkelijk een kroonjaar worden, zich wezenlijk onderscheidend van het bachelorsdiploma, met eindtermen die zwaarder waren dan het bestaan-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen