Vijfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 29

XXIX

tegen de Vrije Universiteit pleegt in te brengen. En wel allereerst de vraag, waarom wij niet liever aanvullen bet gebrekkige in bet Staatsonderwijs. Zijn antwoord is: wie durft dien eiscb volhouden, die ook maar eenigermate bekend is met den omvang en de eiscben van het Hooger Onderwijs? Zal dan eiken dag eene verbeterde uitgaaf moeten geleverd van het dictaat van dezen of genen profesoren ? Zal men van de studente vergen dat zij als beoordeelaars gaan zitten om de tegenstrijdige gevoelens, voor hen zijn bepleit? kunnen zulke eiscben worden gesteld? Bovendien is toch wel als een der eerste regels bij alle onderwas te beschouwen, dat men thetisch en niet polemisch te werk ga; zelfstandig bouwe en niet aanleune tegen het werk van een tegenstander. Dat begreep zoo goed de oudste Christelijke kerk; zij heeft eene reuzentaak volvoerd, toen zij er in geslaagd is tot bijna de heugenis aan het heidensch verleden uit te vagen. Hare kracht stak juist in dat niet arm in arm willen gaan met heidensche wgsheid en wijzen. Zij was zich ten volle bewust dat zij de tegenstelling was van hare wederpartij, en nam dientengevolge eene geheel zelfstandige positie in, van waar zij den vijand te lijf ging. Er ste'ekt geen kracht in geven en nemen; in het bezigen van tweeslachtige woorden; in het laten voortbestaan van dubbelzinnige verhoudingen. Schande en smaad moge men er een tijdlang meê ontgaan; op den duur moet men bedrogen uitkomen. Zij het voor menigeen, dat zijn oogen nog voor geopend worden, eer hij staat voor den E,echterstoel der Almachten! Anderen hebben bezwaar tegen Amsterdam als plaats van, vestiging, daar de verleiding zoo veelvuldig hare strikken aldaar spant. Met recht is de vraag gesteld, of het dan elders zooveel gunstiger met de zedelijkheid staat. Tegenover velen geldt voorts het persoonlijk argument, dat het bezwaar zeer verre gezocht is; althans menigeen schijnt plotseling dat geheele gevaar te vergeten, zoodra het geldt gebruik te maken voor een zijner zonen van l ^ e e n e goed ingerichte medische faculteit. Voorts spreekt men van de afgezonderde positie van hen die met de Vrije Universiteit verbonden zijn. Tal van lieve kringen zgn voor hen gesloten. Daartegen geldt allereerst, dat men zelfs om de liefste vrienden niet mag wijken van het rechte spoor; eer moeten de vrienden zich laten vinden om hun gedrag te hervormen. Maar vooral dit, daï bovenaan vübr ons staat de roeping om onze zonen, voor zoover dat in" onze macht is, vrij te houden van de schadelijke invloeden van een onderwijs, dat verkeerd is Het daarin dreigend gevaar is erger nog dan dat der onzedelijkheid. De klove tusschen Christelijk en nietChristelgk bestaat metterdaad en alles moet aangewend om daarvoor van den aanvang af den blik te scherpen. ._ .-''

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen