GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 42

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XL

Ik dank den geachten Referent, dat hij het recht der Kerk in deze niet heeft bestreden, maar duidelijk zijn mij nog niet de uitdrukkingen als b. v. „zij staat naast de Kerk." De toelichting van punt 7 der agenda heb ik aangehaakt om te doen uitkomen mijn wenseh, dat de bespreking van dat punt ons nader zou gebracht hebben, maar mij blijft het voorkomen, dat, op de aangegeven gronden, de School niet naast de Kerk staat. Maar Prof. Woltjer dupliceert- hierop: Als axiomata in 't debat worden gebracht, moet men spoedig zwijgen, want 't zijn waarheden, die niemand bestrijdt. Maar nu wordt er een aangevoerd, dat geen axioma is. Ik ken geen axioma : „wat van het geheel waar is, is ook waar van de deelen." Dat is er geen. Want wat geldt van mijn lichaam, geldt niet van mijn arm of eenig ander lichaamsdeel. Hierop vraagt Prof. Kuyper het woord. Na het referaat gehoord te hebben, zegt ZHooggel., is het mij voorgekomen, dat de geachte Referent metterdaad aangeroerd heeft de hartader van die quaestie, die al meer onder de mannen der wetenschap de voorstanders en tegenstanders van het naturalisme verdeelen gaat. Aan de overzijde staat de onware voorstelling, alsof de belijdenis van Christus ook maar in één enkel opzicht te kort zou willen doen aan den plicht om nauwkeurig te onderzoeken eik terrein der wetenschap. Wij beschouwen het als den plicht van den mensch, van den Christen vooral; en dat deze plicht dikwijls niet vervuld wordt, heeft mede hierin oorzaak; dat er gedacht wordt: Wat de wetenschappelijke mannen doen op dit of een ander terrein, dat doen ze goed, en behoeven wij niet over te doen; hebben zij nu drang om dat terrein te nemen voor hun onderzoek, dan nemen ivij het andere, dat door hen onbewerkt is gelaten. Daarom laten wij de Natuurkundigen vrij. Maar als de Natuurkundigen, na hun waarneming, nu uit die waarneming en de resultaten, pogen af te leiden en staande te houden een systeem van natuurwetenschap, waarmee zij ingaan tegen '1' de essentie van den Geest, dan roepen wij hun toe: „Schoenmaker, houd u bij uw leest," — daarover heeft wijsgeer noch psycholooog daarover heeft de theoloog te oordeelen. Daarom verblijdde het mij zoo, dat, in het gehouden referaat, de vaste orde der dingen erkend wordt; niet wilkeur, maar vastheid, en dat wij het opsporen dier orde, dier wetten, achten te behooren tot wat gedaan moet worden door den man van wetenschap, •— dat spreker er op wees, dat, waar nu eindelijk de natuurkundige, de ongeloovige moralist en jurist niet verder kan, toch nog de vraag overblijft: vanwaar die orde, die wetten ? en daarop juist antwoordt: daarop kan alleen hij het antwoord

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888

Jaarboeken | 189 Pagina's

Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 42

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888

Jaarboeken | 189 Pagina's