GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Elfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 22

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XX

over den weinigen ijver, die zich bij ons voor de zaak des Heeren openbaarde. Toch zijn we thans verblijd in den Heere, die al onze ongerechtigheid vergeven, ons gekroond heeft met goedertierenheid en barmhartigheden. Neen, we zijn niet verdwenen als kaf bij den eersten krachtigen windstoot, die zich voelen liet. Dat dachten en hoopten wel onze tegenstanders, maar God heeft hen beschaamd. Dat we niet omgekomen zijn, maar gToeien en wassen, dat is om zijns Naams wil door zijn machtigen arm geschied. Zoo staan we dan nog tot op dezen dag, hulpe van God verkregen hebbende. Zijn naam zij de eere daarvoor! Tot zijn eigenlijk onderwerp nu komende, wees de leeraar er op, hoe we aan het tekstwoord het recht ontleenden tot de daad, die we verricht hebben; het recht ook, om met onze smeekingen tot God te gaan. Dat recht is niet willekeurig, ook niet betrekkelijk ; neen, dat recht is volstrekt, al willen ook de mannen des ongeloofs, ja zelfs de belijders van den Christus, het ons ontzeggen. Het pleit voor ons goed recht van Universiteitsstichting is voor de wereld schitterend verdedigd. En nu zegt men wel, dat onze hoogeschool slechts voor een partij werkt; en ware dit zoo, dan was ons recht betrekkelijk; maar zoo is het niet. We zijn geen ontevredenen, die onszelven zoeken; deden we dat, dan hadden we andere middelen moeten aangrijpen, andere wegen moeten inslaan. Neen, het gaat om het recht van Koning Jezus, den Heere der Heeren ; aan Zijn recht hangt onze stichting. Hoe noodzakelijk eene hoogeschool op Gods Woord gegrond is, toonde de leeraar vervolgens aan. Er is tweeërlei wetenschap ; die des geloofs en die van het ongeloof, die beide niet vereenigd kunnen worden, niet beide op één school gedoceerd. Hoe krachtig die wetenschap van het ongeloof in Kerk en Staat veld heeft gewonnen, kan een enkele blik ons reeds toonen. Verworpen en vertreden is des Heeren Woord; ongeloof en revolutie hebben gezegepraald. Neerlands volk heeft of&cieel de Godverloochening geëerd. Zoo werd de natie, zoo werden ook de minnaars van Gods waarheden gekastijd voor hun zonden, daar ook zij van vrede hadden geroepen, toen het gevaar groot was. Maar verlaten heeft God het land toch niet. Bij aanvang heeft Hij zijn naam weer op onze erve geheüigd. W^ij behooren niet aan de goden der eeuw; uit hun macht moet het volk worden bevrijd. Zoo gaf God dan een school naar Zijn Woord, waar de wetenschap staat in Zijn dienst en Hij wordt gevreesd. De oprichting ervan was het door Hem bevolen middel, om de schrikkelijke ontreddering der natie tegen te gaan; het bestaan der Universiteit rust in Zijn bestel en recht. Alleen in de erkenning van Christus' Koningschap ligt de huldiging van het recht in den waren zin des woords, en als de tastbare en zichtbare belijdenis van die

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Jaarboeken | 157 Pagina's

Elfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Jaarboeken | 157 Pagina's