GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Twaalfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 36

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXIV

over 1890 goedgekeurd, waarna de (Jommissie tot onderzoeking van de rekening over 1890 verslag uitbracht, in overeenstemming met welk rapport HH. Directeuren gedechargeerd en den Penningmeester voor bewezen diensten dank werd gezegd. In verband met dit rapport drong Prof. Rutgers er op aan, dat de gepubliceerde rekening en verantwoording een volgend jaar zou uitgebreid worden en vooral omtrent den financieelen toestand van het Hospitium meer licht zou ontstoken worden, welk verzoek niet voortkwam uit wantrouwen, maar uit begeerte om te voorkomeu; dat in 1892 een belangrijk tekort zou. ontstaan. Directeuren, die oppotten, moeten dit zooveel mogelijk bedekt houden, die met tekorten worstelen, dit zoo scherp en schril mogelijk uitspreken. Nadat de Voorzitter gewezen had op den belangrijken achteruitgang in leden-aantal sinds 1887; en de H H . Hovj^ en De Hartog in het licht hadden gesteld, hoe het Studiefonds de worm is, die aan onze financiën knaagt, maar die daarom te meer voeding van ons volk moet ontvangen, werd besloten nog staande de vergadering een collecte te houden voor het gemelde fonds. De heer Breen meende, dat volgens Art.. 19 D. K. O. de kerken verplicht waren jongelieden op studie te houden en zij aan dien plicht moesten herinnerd. Een der treiïendste oogenblikken, die ooit op de Jaarvergaderingen doorleefd werden, brak toen aan. Onze edele Jhr. Elout van Soeterwoude, de Nestor onzer partij, die reeds drie geslachten zag komen en weggaan, die ons nog de heugenis brengt van den onvergetelijken Bilderdijk, was ter vergadering verschenen, om een blijk van sympathie^ dat niet genoeg gewaardeerd kan worden, aan onze Stichting te geven. Op verzoek van een der leden trad de grijsaard voor het front, waarop heel de vergadering als één man opstond en diep plechtig uit aller mond hem toeldonk: „Dat 's Heeren zegen op u daal'!" Een vader te midden zijner kinderen, zoo stond de heer Elout daar, terwijl de zonnestralen een gouden krans weefden door zijn zilverwitte lokken en hij met zeer verzwakte, helaas voor het meerendeel onverstaanbare, stein het volgende sprak: „De even onverwachte als liefehjke ontvangst, voor welke ik nederig dank betuig, rechtvaardigt de levendige behoefte om mijnen strijdgenooten de hand te reiken en gezamenlijk met broederen en zusters geestehjke opbouwing te zoeken in onzen grooten God en Zaligmaker. Het jaarfeest heden scheen daartoe aangewezen, al beoogt het slechts ééne der nauw vereende vertakkingen, onmisbaar ter Christelijke opleiding van onze jongelingschap voor de belangen van Maatschappij, Kerk en Staat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Jaarboeken | 189 Pagina's

Twaalfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Jaarboeken | 189 Pagina's