Twaalfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 70
LXVIII ART.
24.
In diepe afhankelijkheid van de mogendheid des Heeren optredende, zal deze School, op den grondslag der Gereformeerde beginselen, draagster trachten te zijn van het dubbele beginsel, dat „de vreeze des Hecren het beginsel der wijsheid is", en dat vrijmaking van uitwendige banden, om eenigiijk te steunen op de genade Gods, het meest bevorderlijk is ook aan den bloei der wetenscaappen. Het „nil contra Deum aut bonos mores" indachtig, zullen directeuren, curatoren, hoogleeraren en studenten dienovereenkomstig steeds, binnen de perken door deze beide beginselen aangegeven, de School hebben dienstbaar te maken aan de bevordering van Gods eer en van godzaligheid in den lande. Aldus vastgesteld in de vergadering van directeuren, curatoren gehoord, den 6 Februari 1880. W. HOVY, Voorzitter. S. J. SEEFAT, Secretaris.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Jaarboeken | 189 Pagina's