Dertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 39

XXXVII

waarin allen die er toe behooren geacht mogen worden het Woord •Gods in eere te houden. Daar alleen is onderlinge tucht en steun mogelijk. De Christenen derhalve, die htm opvoeding aan eene Universiteit wenschen te voltooien, zijn reeds daarom alleen verplicht «ene Christelijke Universiteit te kiezen. Zij mogen dan leven in het voondtxicht, dat, na afloop hunner studiën, zij beter bestand zullen zijn geworden tegen de verleidingen en de verkeerdheden -dezer wereld; dat zij, zonder zich te behoeven te schamen over grove afdwalingen, met een vrij gemoed den kamp voor recht en -zedelijkheid kunnen aanvaarden. Ik herhaal, om niet misverstaan te worden, nog eens, dat ik geenszins ontken, dat ook aan Rijksuniversiteiten een rein studentenleven mogelyk is; evenmin dat dit nog vaak voorkomt; alleen beweer ik, dat die Universiteiten op het rein houden van het levenspad harer kweekelingen geenszins xijn aangelegd. De tweede reden waarom men de Universiteit bezoekt is de beoefening der wetenschap om haar zelve. Het is hier de plaats noch het oogenblik om over de wetenschap als zoodanig te spreken. Doch ook zij, die geen eigenlijk Avetenschappelijke opleiding genoten hebben, kunnen de beteekenis •ervan toch wel beseffen. Dit blijkt reeds uit het feit, dat zoovelen in den lande onze Vereeniging steunen. Bij ons allen bestaat de begeerte om het verband der dingen in te zien. Hoe klein ook de kring zijn moge waarin wij ons bewegen, steeds trachten wij in onze gedachtenwereld zekere eep-heid te brengen, beproeven wij de verschijnselen die wij waarnemen onder algemeene wetten te brengen. Ook van universitaire studie is dit het hoofddoel; het juist •constateeren van hetgeen wij zien, en het brengen van hetgeen wij zien onder algemeene wetten. Doch hoe de mensch ook zoekt, hij kan uit zichzelf het ware verband der dingen niet vinden, omdat dit verband ligt in God den Heere, •den Vader van Jezus Christus, den Schepper aller dingen. God nu laat zich niet vinden door de wijsheid der menschen, langs een weg dien zij zichzelven afbakenen; maar Hij openbaart %ich aan de menschen. Zij die God gezocht hebben op den weg der menschehjke wetenschap, kwamen of tot verwerping van God, of tot een „gedachten•ding", een Hoogste Idee. Tot den levenden God kwamen zijniet. Zij daarentegen die, door Gods genade. Dengene mochten leeren kennen, die Zichzelf geopenbaai'd heeft in den Zoon, en door •de Apostelen, de Profeten en Zijne Kerk ook hoorbaar tot ons blijft spreken, — zij gaan bij al hunne beschouwingen van Hem

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen