GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 53

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

uil

ving de geachte spreker aan, vond het reeds tegenover zich een rijke cultuur en een hoog ontwikkelde wetenschap. Beide kwamen weldra in aanraking met elkaar en moesten wederzijds hare verhouding bepalen. Het Ascetisme, met Tertullianus aan het hoofd, wilde van geen verbinding van beide weten, maar drong op volledige scheiding aan; Athene heeft niets met Jeruzalem te doen. Het Gnosticisme, met Origenes tot woordvoerder, zocht heil in bemiddeling en wilde het geloof in kennis doen overgaan. Maar Augustinus wees den weg aan, dien de kerk eeuwenlang in deze quaestie bewandelen zou. Hij betoogde eenerzijds, dat de wetenschap onvoldoende en er daardoor een bijzondere openbaring noodzakelijk was; niet alleen de rede, maar ook het gezag was kenbron der waarheid. Maar anderzijds erkende hij ook, dat het geloof, zonder ooit op aarde overbodig te worden, naar kennis streeft en eenmaal ook zeker in den hemel met de kennis door aanschouwing zal worden beloond. Aan deze grensregeling van geloof en wetenschap hield zich de Roomsche en Protestantsche theologie: zij voegde aan de opvatting van Augustinus 'niets wezenlijks toe. Een tijdlang scheen in de middeleeuwen de verzoening van gelooven en weten gevonden te zijn. Maar de Roomsche onderwerping der wetenschappen bleek aan het eind geen innerlijke reformatie, maar een geweld, dadige onderdrukking. Schier tegelijk met de kerken maakten ook de wetenschappen zich vrij van het Eoomsche juk. Ze zeiden de gehoorzaamheid op aan de kerk, maar weldra ook aan de Schrift en aan alle gezag. De eene na de andere wetenschap streefde naar algeheele vrijheid en zelfstandigheid. Dit streven liep in deze eeuw uit op het Positivisme. Wetenschap is niet en kan niet zijn naar deze opvatting: kennis van het wezen der dingen; zij moet zich losmaken van alle theologie en metaphysica en eenvoudig zich bepalen tot de kennis dér verschijnselen in hun onderling verband. Hierdoor, en door de verbazende uitbreiding der wetenschappen, is de quaestie van het gelooven en weten ingewikkelder geworden dan ooit te voren. Toch is, in weerwil van de schitterende resultaten, welke in sommige vakken van kennis zijn verkregen, de onmacht en het onvoldoende der wetenschap nooit duidelijker gebleken dan juist in deze hoog verlichte eeuw. De wetenschap spreekt het hoe langer hoe luider uit, dat datgene, wat voor den mensch het belangrijkst is, door haar niet kan worden bereikt. Op alle gewichtige vragen des levens laat zij ons verlegen staan. Er is dringende behoefte, om langs een anderen weg tot kennis der hoogste waarheid te komen. De religie heeft hierom alleen reeds recht van bestaan naast de wetenschap. En elke religie beweert op openbaring te rusten. Het gezag is een wezenhjk element in den godsdienst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Jaarboeken | 207 Pagina's

Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 53

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Jaarboeken | 207 Pagina's