GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 40

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XL

Prof. Fabius is van meening, dat zijn waarde ambtgenoot'Rutgers alleszins tevreden zal zijn met den oogst, dien hij heeft; niets toch is hem aangenamer dan tegengesproken te worden. Wat de zaak zelve aangaat, maakt hij drie opmerkingen. 1*. herinnert hij aan Leiden, waar het college van prof. Goudsmit gehouden werd in een benauwd, laag lokaal van een oud gebouw, op een ongunstig gelegen plaats, en toch kan hij niet zeggen, dat hij tot dusverre daarvan voor zijne gezondheid nadeelige gevolgen heeft ondervonden. 2". ligt er z. i. iets Gereformeerds in de gedachte, dat het onderwijs van dien aard moet zijn, dat een hoogleeraar vergeet, in welk lokaal en in welke atmosfeer hij spreekt. De wetenschap, dat hij worstelen moet met een benauwende macht, is veeleer voor hem een heilige prikkel om met te meer gloed en bezieling te spreken. 3°. Prof. Kuyper, zegt spreker, klaagt over de lokalen; welnu, als H H . Directeuren willen gaan verbouwen, zou hij wenschen, dat dan niet enkel advies werd gevraagd aan prof. Kuyper, wiens advies omtrent de inrichting ten vorigen male uitsluitend is gevolgd. Prof. Rutgers, thans aan het woord komende om de sprekers te beantwoorden, begint met te wijzen op de verlegenheid, waarin hij bijna verkeert na de woorden van den President-Directeur. Hij is beschuldigd, maar zal de onjuistheid der beschuldigingen zonneklaar in het licht stellen, en daarom een enkel punt bespreken. Wat de jaloerschheid aangaat, merkt hij op, dat hij uit eigen huis zelfs contingent aan de dames levert. Juist heeft hij dit punt ter sprake gebracht om het tegendeel te toonen. Op het agendum immers stonden slechts enkele professoren. De anderen zouden nu zwijgen, dacht hij, en dat moest niet; en met name prof. Kuyper wilde hij aan het spreken krijgen, ook al kwam hijzelf dan in de schaduw te staan. Dit nu kon het best, door de atmosfeer der collegekamers ter sprake te brengen, want bij zijn bestrijden is juist dat de kwetsbare Achilles-hiel. En inderdaad is Achüles nu ook dadelijk uit zijne tent gekomen en de gansche vergadering heeft hem zijne wapenen goed zien hanteeren. Wat verder het. huren betreft, sprekers bedoeling was alleen, om voor dat ééne college een ander lokaal te krijgen, en met betrekking tot de ongezonde lucht vindt hij toch een zonderling contrast tusschen het klagen daarover van prof. Kuyper, en diens welvarendheid. Ten opzichte van de bibliotheek legt hij zich neer bij de opmerking, dat H H . Directeuren op de toekomst letten. Met prof.. Lohman is hij het eens, dat eene bibliotheek veel waard is; maar ze kost ook veel. Aan de stads- en staatsbibliotheken kunnen we niet eens altoos terecht, en dat zou dan bij ons beter moeten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Jaarboeken | 207 Pagina's

Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 40

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Jaarboeken | 207 Pagina's