Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 23

XXIII

met een referaat over „het Eeveil en de Vrije Universiteit", Prof. Bavinck met een referaat over „de noodzakelijkheid eener Christelijke Universiteit", Ds. B. van Schelven, met een referaat over „de Universiteit en ons Volk" terwijl het slotwoord werd gesproken door Ds. F. Zantinge. Pogingen in Friesland en Groningen aangewend om ook een dergelijken dag te houden, mochten niet met g-oed gevolg bekroond worden Zeer hopen wij, dat meerderen gehouden mogen worden. De algemeene jaarvergadering had den 27 Juni plaats te Utrecht, alwaar wij zeer vriendelijk zijn ontvangen g-eworden. Het verslag van die vergadering, komt voor in-de Heraut van 8 Juli, dat wij hieronder in hoofdzaak weergeven. Er werden goede woorden gesproken, niet het minst aan den vooravond in de ure des gebeds, die in de Oosterkerk werd gehouden, waarbij als voorganger optrad Ds. J. v. d. Linden van 's-Gravenhage. Hij had als tekst gekozen Richteren 6 : 25—32, en gaf als reden voor die keuze op dat „waar wij toch wenschen onze harten biddend op te heffen tot God voor „onze Hoogeschool met den Bijbel", zoo is dit, omdat wij meenen, dat ook, evenals in Gideons treffende geschiedenis, zoo ook haar aangaande: a. in den eisch van Gods Woord, haar recM; h. in de gehoorzaamheid aan Gods Woord, haar bestaan ; c. in den strijd van Gods Woord, haar miskenning; d- in de kracht van Gods Woord, de maarborg harer toekomstligV In de nadere ontvouwing dezer vier punten toonde de spreker aan, na eerst een paralel getrokken te hebben tusschen den toestand van Israël in de dagen van Gideon én den toestand van ons volk, dat de eischen van Gods Woord alle eeuwen door dezelfde zijn gebleven, zoodat het recht eener Vrije Gereformeerde Universiteit zich grondt in het onveranderlijk Woord van God; in de Souvereiniteit van Koning Jezus; in het Wezen van ons Christendom zelf, in den eisch, niet het minst, dat Gods eere ons boven alles ga, zóó dat de mannen, die nu vóór 14 jaren optraden, om eene Hoogeschool met den Bijbel te stichten, het als voor Gods aangezicht moesten uitspreken: ,.De nood is ons opgelegd." Dat zij bestaat, is dan ook vrucht van gehoorzaamheid aan Gods Woord. De edele Elout van Soeterwoude had recht, toen hij in de ure der stichting sprak: „Deze stichting trekt de lijn door van pogingen, gedurende 50 jaren in gehoorzaamheid aan Gods Woord beproefd, om de Nederlandsche natie voor steeds toenemende ontkerstening te behoeden en om den volksgeest te heiligen ook door die vertakkingen van het onderwijs te vestigen op den Christelijken grondslag."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen