Zestiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 63

LXI

wtelijke voorbereiding vooraf dient te gaan, opdat duidelijk blijke «op welke punten twijfel aangaande de richting van zijn onder"Wijs is ontstaan, en wat de ondergeteekende op de tegen hem "in te brengen bezwaren heeft te antwoorden". Ook na die verklaring is er niet de minste aanmerking door Curatoren op mijn onderwijs gemaakt; het College heeft het zelfs niet noodig geacht eenig onderzoek in te stellen en gebruik te maken van de door mij aangeboden faciliteiten. Is dit niet, of nog niet geschied, omdat men het nog niet eens is over de eigenlijke beteekenis van Art. 2 der Statuten, of omdat men de toepassing daarvan voor elk vak van wetenschap nog niet doorziet, dan kan men er een enkelen hoogleeraar ook geen grief van maken, zoo hij met zijn collega's in gevoelen verschilt of schijnt te verschillen. Indien thans buiten de Curatoren om een onderzoek door de Vergadering verlangd wordt, dan kan m. i. daarin in de eerste plaats niets anders worden gezien dan een votum van wantrouwen tegen de Curatoren. Nu echter een hoop beschuldigingen mij openlijk naar het hoofd zijn geslingerd, kan ik niet anders verlangen dan dat het verlangde onderzoek worde toegestaan. Meer heb ik niet te zeggen." In het College van Directeuren kwam geen verandering. De heer S. J. Seefat werd op de laatste jaarvergadering als zoodanig herkozen en liet zich deze herbenoeming welgevallen. Met voldoening mag worden gemeld, dat van velen onzer broederen Correspondenten en Agenten blijken van groote belangstelling zijn ondervonden, waardoor meerdere sympathie voor den arbeid onzer Vereeniging is gewekt. Een woord van oprechten dank worde den broederen daarvoor gebracht. Het aantal der begunstigers is dan ook eer wat toe- dan afgenomen, hetgeen des te meer te waardeeren is, naarmate het ledental afneemt. Sommigen ontvielen ons door den dood, anderen bedankten wegens zeer verschillende oorzaken; maar nieuwe leden kwamen er weinig bij. Dit heeft onze Vereeniging gemeen met alle andere Vereenigingen. Dit verschijnsel doet zich overal en te allen tijde voor. De eerste liefde is steeds de warmste ; en de vele .nieuwe belangen, die voortdurend ter behartiging aangeboden worden, trekken de aandacht vaak af en zoo wordt de stroom voor een deel althans afgeleid in andere beddingen. Daardoor is voortdurende waakzaamheid en werkzaamheid zoo noodig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen