Zestiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 92

10 mede-aandeelhouder van zoodanig lidmaatschap, wat daarvan de letter en het nummer is, voor zooveel dit door hen gewenscht werd of aan de leden van het locaal-comité nuttig voorkomt. Van de alzoo samengestelde Udmaatschappen wordt ook aanteekening gehouden op de daarvoor bestemde lijsten, doordat bij ieder nummer van een lidmaatschap vermeld wordt, wie daartoe behooren en met welke contribution, opdat steeds gemakkelijk kunne worden nagegaan, of de gezamenlijke som nog wel minstens ƒ 25,— bedraagt. ART. 11. Buitendien kunnen de hoofdagenten aan wie zulks verlangt een bewijs van lidmaatschap op naam toezeggen, indien men op zich neemt zelf de aandeelhouders er bij te zoeken. Daartoe geven zij aan hem, die zich daartoe bereid verklaart, een papieren omslag met de noodige aandeelbewijzen in blanco, alle vooraf door hen onderteekend en op den papieren omslag genoteerd. ART. 12 Alle leden van het locaal-comité en bijzonder zij, die tevens hoofdagent zijn, doen op elke vergadering aan den penningmeester van het locaal-comité mededeeling van de sedert hunne laatste opgave door hen geplaatste bewijzen van lidmaatschap en aandeelbewijzen, alsmede van de door hen ontvangen giften en toegezegde contributiën van corporation; van welk alles zij aanteekening houden op de hun gegeven losse bladen. De penningmeester boekt dat alles terstond in het aan zijne zorg toevertrouwde register. In de vergadering van Augustus, of anders vóór den 1^*™ September, worden door alle leden van het locaal-comité de renversalen van de door hen geplaatste bewijzen van lidmaatschap en aandeelbewijzen aan den penningmeester van het locaal-comité ter hand gesteld. ART. 13. De penningmeester van het locaal-comité zendt jaarlijks in de eerste week van September de renversalen van alle bewijzen van lidmaatschap en aandeelbewijzen, die in het laatstverloopen jaar in de gansche stad geplaatst zijn, aan den penningmeester der Vereeniging; hij vermeldt die contributiën ook op de daarbij te voegen lijsten, en doet tevens opgave v^n de in het laatstverloopen jaar ontvangen of toegezegde giften en op zich zelf staande (d. i. niet aan lidmaatschappen verbondene) contributiën, alsmede van de contributiën die in het laatst verloopen jaar vervallen zijn. Van den penningmeester der Vereeniging ontvangt hij dan vóór 1 October de tot inning der gelden bestemde en door dezen geteekende quitantiën. Hij laat in de eerste week van October die gelden ophalen, en zendt ze vóór den 1^'^'^ November aan den Penningmeester der Vereeniging. ART. 14. Looperskosten voor de inning der contributiën mogen aan de Vereeniging worden in. rekening gebracht. Zij worden dan bij de overmaking der gelden afzonderlijk opgegeven; en hun bedrag wordt van de over te maken som ingehouden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen