GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Negentiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 34

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXII

Hooger Onderwjjs, hebben in te nemen tegenover- het streven dezer eeuw. Dat streven is saam te vatten in dit ééne woord: Emancipatie. Het is de neiging van den schuldigen mensch om God te •ontvluchten en in het loof der wereld zich te verbergen. De zondaar is een vreesachtig schepsel; hij is bevreesd voor God, voor zijn dienst, zijn volk, zijn conscientie, voor dood en eeuwig leven. Hij schrikt er voor terug om met God alleen te zijn, of met zichzelven, eii daarom zoekt hij afleiding, genot en eere in de wereld der zienlijke dingen, die hij tasten kan. Dat emancipeeren, zich losmaken van God, het niet onder, maar naast God te willen zijn, is het eigenlijk karakter van den val in het Paradijs, maar is sinds den Renaissance-tijd geworden tot een wetenschappelijk stelsel. Toen is men systematisch gaan werken ook op het gebied van wetenschap en kunst, om ook deze los te maken van haar Schepper en Heere. Niets heeft deze emancipatiezucht •gespaard. Gezin, maatschappij, staat, overheid, macht, recht, wetenschap, kunst, ja zelfs de vrouw, die zooveel aan Christus te danken heeft, wordt van Hem vervreemd en losgemaakt, en het beloofde land der emancipatie ingevoerd. Heel de wereld wil men, naar de denkwijze der ongeloovigen, athée maken, Daartoe wordt de souvereiniteit Gods verwisseld voor die des menschen. Daartoe het huwelijk gegrond op een contrat social, het gezin ontwijd, de vrouw tot man gemaakt, de kerk in een genootschap veranderd, religie in een gevoel van kleinheid omgezet tegenover het „Al," de kunst neergetrokken tot een photographie van de naakte werkelijkheid. Deze ongeloovige wereldbeschouwing nu is beurtelings intellectualistisch en mystiek, wereldvergodend en wereld verachtend. Yooral in latere jaren is dit mysticisme sterk opgekomen, en men heeft er -een merkwaardig teeken des tijds in te zien. Sommigen hebben er ^elfs eenig profijt van verwacht voor de E-eligie. Ten onrechte evenwel: Intellectualisme en mysticisme beide verwerpen de goddelijke openbaring. Gelijk in de Middeleeuwen wordt ook thans weer Christus met Confusius op één lijn gesteld en beiden samen voor bedriegers uitgemaakt; wat goed is wordt kwaad geheeten, wet en recht omvergehaald en ten slotte Satan in de plaats van God gesteld. Dat is de voleinding van het streven der emancipatie. Maar juist daarom^ hebben wg er van meetaf positie tegen te nemen. Er mag niets onafhankelijks naast God bestaan. Hem van eenig terrein uit te sluiten, is Hem zijn eere ontnemen. Hij is alles of niets voor ons. Wij eeren Hem op alle terrein of op geen terrein; hier ligt niets tusschen in; twee heeren die tegenover elkaar staan, kunnen we niet dienen. • Om nu onze positie te bepalen tegenover dat emancipatie-streven, hebben we te zien op onze Geloofsbelijdenis. Zij is niet soteriologisch, maar theologisch. Zij is ons een ontvouwing van wat ons in den Drieëenigen Naam Gods wordt geopenbaard; om dien Naam luister-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Jaarboeken | 215 Pagina's

Negentiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Jaarboeken | 215 Pagina's