Twee-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 55

t'

LV

Wij verheugen ons, dat de leider der antirevolutionaire partij tot zoo hooge positie is geroepen, omdat wij weten, dat hij ook thans naar dezelfde beginselen leiding zal geven aan het leven van den Staat. En juist omdat wij ook weten, dat niet slechts zijn persoonlijke liefde voor haar, maar ook zijn diep inzicht in hare groote beteekenis voor dat Staatsieven, aan hare ontwikkeling ten goede zal komen, verheugen wij ons over wat geschied is, ook als wij zien op de toekomst onzer Vrije üni"ersiteit. ««*

'

En naast dezen invloed der politieke gebeurtenissen denken wij aan dien, welke door de kerkelijke gebeurtenissen in het afgeloopen jaar is geoefend. Wat in het jaar 1880 bij de stichting onmogelijk was wegens de toenmalige kerkelijke toestanden, werd in de laatste jaren niet slechts mogelijk, maar ook wenschelijk geacht: een nauwer verband, dan het thans bestaande, tusschen de Vrije Universiteit en de Gereformeerde Kerken in Nederland. Van de zijde onzer Vereeniging bleek dit verlangen reeds op onze laatste jaarvergadering uit de opdracht aan Directeuren: te pogen tot zulk een nauwer verband te geraken. Maar ook van de zijde der Kerken kwam dit verlangen, in het jaar dat achter ons ligt, op meer dan ééne wijze uit, met name wat betreft de eenheid der opleiding van de aanstaande Dienaren des Woords, een eenheid, welke door de tweeërlei opleiding, die aan de Theologische School der Kerken en die aan de Theologische faculteit onzer inrichting nog gemist wordt.

Dit alles nu doet de verwachting koesteren, dat wij wellicht met onze school staan aan den vooravond van groote gebeurtenissen. Nog maar tot op zekere hoogte heeft de stroom van het leven in den Staat en in dat der Kerk dien onzer Vereeniging en hare School bewogen. Doch indien niet alles bedriegt, zijn er teekenen van een rijke ontwikkeling voor de Stichting, die wij liefhebben, omdat wij, weten, dat zij in ons goede land is als een plantinge des Heeren. Het is een tijd van nieuw leven die nadert en waarin wij met een geloovig oor beluisteren het woord onzes Gods: )yZiet, ife zftl wat nieuws maken, nu zal het uitspruiten.Zult gijlieden dat niet weten ?« Jesaja 43 :19 In de colleges van Directeuren en Curatoren kwamen dit jaar geene veranderingen voo'\ De heeren E. G. Wentink en J, H. de Waal Malefijt werden als directeur en als directeur-plaatsvervanger herkozen. De staat van ontvangst en uitgaaf (zie pag. LXXII) is dit jaar gunstig. Er is iets over.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen