Twee-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 23

XXIII

beginsel, besloten wórden tot het benoemen eener commissie van enquête, indien een daartoe strekkend voorstel door minstens 12 leden der vergadering wordt gedaan, met schriftelijke en nauwkeurige-opgave van de zaak waarover onderzoek verlangd wordt. Zoodanige commissie bestaat uit Zoodanige commissie bestaat uit negen leden, waarvan twee door negen leden, waarvan twee door het het bestuur der Vereeniging en twee • bestuur der Vereeniging en twee door de curatoren van de scholen door de curatoren van de scholen der' der Vereeniging uit hun midden Vereeniging uit hun midden bebenoemd worden, en de overige noemd worden, en de overige vijf vijf gekozen worden door de ver- gekozen worden door de vergadering gadering zelve uit haar eigen zelve uit de leden of begunstigers midden. Voor de laatstbedoelde der Vereeniging, welke door eene benoeming doen de voorstellers universiteit gegradueerd zijn en lid der • enquête eene voordracht van zijn van eene kerk, behoorende tot vijf personen, die echter door de het kerkverband der Gereformeerde vergadering, op voorstel van één of Kerken in Nederland. Voor de laatstmeer harer leden, kan worden uit- bedoelde benoeming doen de voorgebreid. stellers der enquête eene voordracht van vijf personen, die echter door de vergadering, op voorstel van één of meer harer leden, kan worden uitgebreid. Alle inlichtingen, die aan deze commissie noodig of wenschelijk voorkomen, worden haar door directeuren, curatoren en hoogleeraren volledig gegeven. Zij heeft het recht, allen die aan de Vereeniging of aan hare scholen verbonden zijn voor zich te citeeren, overlegging te vragen van alle stukken en bescheiden waarvan inzage door haar wordt gewenscht, en afgelegde verklaringen schriftelijk te doen geven en onderteekenen. De commissie treedt terstond na hare samenstelling in functie, en brengt in de eerstvolgende gewone of buitengewone vergadering haar verslag uit. Als slotsom van hare bevinding stelt zij eene motie van orde voor, waarover door de vergadering wordt beraadslaagd en beslist; tenzij het haar gelukt zij door minnelijke schikking aan de voorstellers der enquête voldoening te geven. Ten aanzien van de hoogleeraren in de Godgeleerdheid blijven de bepalingen van dit artikel buiten werking, wanneer door de Vereeniging eene overeenkomst is aangegaan met de Gereformeerde Kerken in Nederland, volgens welke eventueel verschil over de al of niet naleving van art. 2 der Statuten voor hen beslist wordt door de Generale Synode dier kerken alleen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen