Vier-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 44
XLV
selen zeer gecompliceerd zijn. Daartoe is haar dan ook het l i c h t van °ds W o o r d onmisbaar. A a n Prof. Biesterveld antwoordt hij, dat niet alleen de sociologie toet de maatschappelijke verschijnselen i n aanraking k o m t ; dat doet j e l de wetenschap. Spreker acht de vraag nog niet beslist, of de sociopipe een zelfstandige wetenschap is, en betreurt het gemis van een Christelijke E t h i e k . W i j weten niet hoe te l e v e n ; over allerlei v r a a g j u k k e n van sociaal belang verschillen wij van meening, en we moeten ° t eenheid komen. , E n wat n u de o p m e r k i n g van Prof. Rutgers betreft, onder o n t w i k Keling verstaat spreker het tot openbaring k o m e n van wat i n k e r n , i n Windselen reeds aanwezig is, maar mee door i n w e r k i n g van invloeden ' n buiten, De eikel wordt geen boom, als hij niet aan de aarde wordt toevertrouwd, als niet zonneschijn en regen en allerlei invloed van buiten hem tot volkomen o n t w i k k e l i n g brengen. N a t u u r l i j k dient reketoog te worden gehouden met den mensch als bouwstof der maatschappij, toet den mensch als zinnelijk en zedelijk wezen; dient rekening te * ° r d e n gehouden met het feit der zonde, die alle verhoudingen scheef k t , en die de o n t w i k k e l i n g der maatschappelijke toestanden niet ° r m a a l doet zijn. Ten slotte dankt de referent den heer Jongejan voor diens o p m e r k i n gen; hij acht het mede een averechtsche o n t w i k k e l i n g , wanneer de •jeugd i zekere wetskennis uitmunt, maar vreemd blijft aan wat zij *?et meest noodig heeft. U i t het optreden van den heer Jongejan op deze vergadering blijkt, dat hier bestaat een band tusschen het hooger ? lager onderwijs, een band die niet k a n worden gemist. De heer g e j a n heeft de vraag gesteld, wat men onder o n t w i k k e l i n g op onderwijs gebied te verstaan hebbe; w e l n u , het stellen van vragen als deze u i t te l o k k e n is juist de bedoeling van den referent geweest; eerst goed te vragen kennen, dan k a n pas aan de beantwoording worden begonnen. Onder het applaus der vergadering, brengt de Voorzitter dank aan ^en inleider, voor het door dezen geleverd betoog, dat i n zoo hooge toate de belangstellende i n s t e m m i n g van de vergadering mocht verWerven. De Voorzitter deelt verder mede, dat i n de morgenvergadering tijd ® kort was om m e l d i n g te m a k e n van het volgend schrijven van Prof. «*• J. W o l t j e r : 1e
l
a
r e
D
n
Q
0tl
»Aan den Voorzitter der vergadering van de voor Hooger Onderwijs te Dordrecht.
Vereeniging
Y f ° t mijn spijt is het mij niet vergund, morgen de vergadering der ereeniging voor Hooger Onderwijs op Geref. grondslag bij te wonen, a r i]j ] gecommitteerde der Regeering bij de eindexamens der . ymnasia moet zijn. V a n harte wensch ik aan de vergadering den zegen Heeren i n r u i m e mate toe op haren arbeid, en aan alle broederen zusteren een gezellig samenzijn. a
a
s
e s
e t l
w.
Amsterdam,
J u n i 1903."
g.
J.
WOLTJER.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Jaarboeken | 217 Pagina's