Vier-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 24
XXV U l n
g en behandeling i n de Tweede K a m e r onzer Staten-Generaal van ° e t wetsontwerp tot wijziging van het Hooger Onderwijs, i n dit jaar •neer dan gewone belangstelling trok en haar bestaansrecht en doel ?°o i n de periodieke pers als i n vlugschriften, zoo i n vergaderingen als ^ particulier gesprek werden bestreden en verdedigd, — zette de *ereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag schier onopgemerkt haar arbeid ten dienste onzer Universiteit voort. Daarvan verslag gevend, hebben wij allereerst m e l d i n g te maken 'van ' ' ; naar wij w i l l e n hopen, betere regeling van het i n w e n d i g leven der *ereeniging zelf', tot stand gekomen i n de wijziging der Statuten, het "uishoudelijk Reglement en de Instructie voor het bestuur. W a n t w e l _reeds i n het vorig jaarverslag deze verandering v e r m e l d ; zijn bedoelde ^IJzigingen daarin opgenomen en werd i n een noot op pag. XXII bericht, dat de wijzigingen i n de Statuten bij K o n i n k l i j k Besluit van 25 A p r i l }yü3 waren goedgekeurd, doch aangezien de voortgezette of buitengewone .laarvergadering, den 30sten Maart 1903 te Utrecht gehouden, waarin ° t deze wijzigingen besloten werd, buiten de tijdgrens van het vorig r s l a g lag, k a n w a t daartoe toen is verhandeld, eerst i n dit verslag borden opgenomen. E e n kleine zeventig personen dan waren te U t r e c h t i n »Irenec< saamgekomen, waaronder niet w e i n i g afgevaardigden waren van Gereformeerde Kerkeraden. Over de voorgestelde wijzigingen werd een ernstig, broederlijk debat gevoerd. V a n twee zijden werd bedenking ingebracht tegen de voorstellen n de commissie. Eenerzijds wilde men de wijzigingen, die i n verband stonden met een mogelijk contract met de Gereformeerde kerken, liever t e n rusten, totdat dit contract door de Vereeniging en de Synode ^ vastgesteld. E e n quaestie van opportuniteit. E n anderzijds was . _ van oordeel, dat de nauwere band, die door de voorgestelde Regeling tusschen de Vrije Universiteit en de Gereformeerde kerken gelegd werd, i n strijd was met het oorspronkelijk karakter der Vrije diversiteit en haar van haar nationaal karakter zou berooven. E e n principieel bezwaar, waarop vooral van Hervormde zijde nadruk werd gelegd. A a n de commissie, als wier tolk Prof. Rutgers optrad, gelukte het enter, de vergadering i n haar meerderheid van de noodzakelijkheid der orgestelde veranderingen te overtuigen, en met enkele kleine w i j z i gingen werden de statuten en reglementen i n h u n nieuwen vorm goedgekeurd. ee s t belangrijke dier veranderingen is w e l , dat het lidmaatschap ï " Gereformeerde kerk alleen verplichtend werd gesteld voor de stel i i n de Theologie. Oorspronkelijk had de commissie voorged, dat alle hoogleeraren l i d moesten zijn eener Gereformeerde kerk, de ^ i * i i ' f beperkte dien eisch staande de vergadering tot ] . G e o l o g i s c h e professoren, daarmede voldoende aan een van verschilde zijden uitgesproken wensch. l i j k is daarmede de bepaling omtrent de hoogleeraren meer i n ond . i n g gebracht met art. 2 der statuten, w a a r i n evenzeer erscheid gemaakt wordt tusschen de overige hoogleeraren en die i n de e
ls
l
Ve
V a
a
a
s
e n
r
m e e
n e
e
e
r
a
1 6
r
e
c
n
o
m
e
e i t e
o v
e e n s t e
m m
m
s
s
e
z
e
J
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Jaarboeken | 217 Pagina's