Vijf-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 36

XXXVI ooi* blijft toch altijd eene deugd, en ook eene onmisbare voorwaarde vooi* een goeden en duurzamen uitslag. Daarvoor is niet minder noodig, goed toe te zien, dat men doorgee" schijn wordt bedrogen. Als een vruchtboom weelderig groeit en zjj° takken hoog laat uitschieten, kan hij zeker voor het oog veel vertoonio? maken; maar ten slotte zal de uitkomst toch tegenvallen; de boon" was, gelijk men-dat uitdrukt, uit zijne kracht gegroeid. Zou dat ook °P ander gebied niet soms kunnen voorkomen? Nu een kwart eeuw gelede kon zeer zeker van den kring onzer geestverwanten gezegd worden dat we sterker waren dan we schenen te zijn. Maar misschien ge'" thans wel het tegendeel; en in ieder geval zijn bij sommigen de vef' wachtingen thans te hoog gespannen. Alsof de Vrije Universiteit °. wel spoedig bijna al de diepste problemen des levens, althans in begins zou oplossen, en b v. in een menschenleeftijd wel zou kunnen doe* wat in al de verloopen eeuwen no* maar zeer ten deele verricht '"j en wat ook den arbeid van de volgende eeuwen nog wel zal vereiscbe Zeker wordt dan uit het oog verloren, dat het voor dien arbeid Q°P betrekkelijk weinig afdoet, of de kring, die hem steunen wil, al ' aantal vooruitgaat. Numerieke kracht heeft zeer zeker ook beteeke" en gewicht; maar op ieder gebied is er toch iets anders, dat vo wezenlijke kracht nog meer waard is. E n wanneer te vreezen was, ? men dat zou miskennen, dan zou zelfs wel goed zijn, als er van o| schijn iets wegviel. Evenals het voor een vruchtboom goed kan ^0 ' dat er aan de takken gesnoeid wordt, ook al krijgt de boom dan minder aanzien A Meer nog dan dit alles geldt een punt, dat ik nu, ten zesde, ' j volgen. Als er goede vrucht zal te wachten zijn moet dat in den &*t, van den boom liggen, of althans door enting daarin zijn aangebra* ^ Men leest geen vijgen van doornen, en geen druiven van distelen- ^ bij boomen, die wild zijn of weer verbasterd, is de vrucht dan daarmede in overeenstemming. Wat voor ons zeggen wil, dat het „ komt, eerst en meest op het Christelijk beginsel, dat aan studie onderwijs wordt ten grondslag gelegd: «Christelijk" dan bedoel* ^ den meest zuiveren, d. i. in Gereformeerden zin. Ook wat niet \.^ beginsel zijn oorsprong heeft, kan in velerlei opzicht waarde heb" het moet dan zelfs erkend worden als eene werking van ( ï o d s g e m jje gratie. Maar het is naar onze overtuiging toch eene wetenschap! ( altijd zeer" onvolledig is, en die meestal ook geheel op een dwaaj'P j<j, leidt. Voor ons is de vreeze des Heeren het beginsel der wijs E n aan dat beginsel, gelijk het voor onze Vereeniging in hare ^ sel is vastgelegd, ook in de practijk altijd vast te houden; dat beg % steeds voor oogen te hebben, en, wanneer het noodig zijn mocht, tegenover afwijking te handhaven; dat beginsel steeds meer _ ^ denken en op heel de wetenschap in bijzonderheden toe te passeO» j dat is de hoofdzaak, waarop het voor onze stichting aankomt: i voor haar groei en bloei en vruchtbaarheid de voornaamste ^ ijef>' De voornaamste voorwaarde — altijd voor zooveel het ons, mei)^^ p betreft. Want ten slotte is er nog iets anders, dat daar verre # gaat. Wat ook menschen voor een vruchtboom doen kunnen, e

e 1

11

e

5

9

fi

1

n

x

e

g

0

st;

D

t e

1

3

e

voorW

c

ve

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen