Twee en veertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 22

XXIV

Prof. Fabius zijn 40-jarig hoogleeraarschap heeft herdacht. Voorts drukte spreker zijn spijt er over uit dat de inkomende gelden niet in voldoende mate stegen. Spreker wil gaarne de verwachting vart het verslag naar vermeerdering der inkomsten steunen, maar herinnert ook aan de vraag in het openingswoord van den voorzitter, of de eerste liefde een weinig verkoeld is. Is dat waar, dat is er maaréén remedie, dan moet niet het eerst gegrepen worden naar staatssubsidie, maar dient het streven te zijn de liefde van ons volk weerte herwinnen en te doen toenemen. Een groot voorrecht bezit onsvolk in zijn universiteit. Indertijd tusschentijds in ons land verblijvend, was spreker getroffen door de zelfopofferende genegenheid en> uitingen van warme liefde van ons volk voor zijn Calvinistische stichting, maar was de stemming reeds anders toen spreker in 1916' terugkeerde. Men zeide: dat lag aan de tijdsomstandigheden en inderdaad kunnen deze van invloed geweest zijn, maar we hebben wel nauwkeurig pp deze dingen te letten, wanneer over geldelijke moeilijkheden de klacht tot ons komt. Ons volk moet voelen, dat onzeUniversiteit blijft staan op den grondslag der Gereformeerde beginselen, waaruit dat volk leeft en waarom het zich verbonden gevoelt aan onze Universiteit. Grond voor critiek en twijfel over het niet blijven leven der Vrije Universiteit uit deze beginselen putte men uit sprekers opmerking niet, maar een weigemeenden, practischen raad.. Als de hoogleeraren spreken, moet ons volk voelen: dat is Gereformeerd. Men houde er rekening mee bij de keuze van de onderwerpen.. In leven en arbeiden uit en voor de beginselen lag ook de grootekracht van de mannen van het eersten geslacht. Dat moet trouwensniet alleen geschieden voor ons volk, maar het is ook een rechtmatigeeisch aan de Vrije Universiteit te stellen, dat zij door haar hoogleeraren. sprekende, de Hoogeschool en de beginselen opbouwenden arbeid verricht. Dat er kracht van onze beginselen kan uitgaan, wordt geloochend door vijanden en door wie ons na meenen te staan. Wijs moeten bewijzen dat het kan. Nogmaals: warm wil spreker do pogingen steunen om de geldelijkemiddelen te versterken, maar de j u i s t e weg, welke leidt tot vermeerdering van het gebed van ons volk en tot behoud van de eersteliefde, is te blijven staan en te jagen in al den arbeid naar het groote doel: de grootmaking van Gods naam onder ons volk. (Hartelijke instemming.) De V o o r z i t t e r dankte voor dit woord van een man van gezag, als den heer Idenburg, Vermoedelijk rustte diens opmerking over het jubileum van Prof. Fabius op misverstand, want vergeten is difcjubileum niet. Het is' echter niet de gewoonte van dergelijke jubilea in de verslagen te gewagen. In ieder geval is het geen opzettelijke omissie. Hierna werd meer rechtstreeks bespreking gevoerd over den t o e -

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen