GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Vier-en-veertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 22

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXIV

worden gezien. In de richting van subsidie met eisch van gelijkheid zocht de heer Colijn de oplossing, niet. 3. Dit vraagstuk wordt nader onder de oogen gezien. Bij Koninklijk Besluit van 24 Februari 1923 is een Staatscommissie ingesteld, met opdracht om te onderzoeken of, en zoo ja, door welke wettelijke en andere maatregelen: lo. kostenbesparing op het openbaar Hooger Onderwijs kan worden verkregen, zonder dat het peil van dit onderwijs in het-algemeen wordt verlaagd. 2o. de verhouding tusschen het openbaar en bijzonder Hooger Onderwijs nader kan worden geregeld, zoodat het bijzonder onderwijs zich naar zijn aard beter zal kunnen ontwikkelen, dan op dit oogenblik het geval is. In die Commissie zijn benoemd bevoegde mannen van onderscheiden richting, tot het Hooger Onderwijs in betrekking staande, en tot Voorzitter is aangewezen de heer Colijn uit eigen kring, en tot lid Prof: Anema. Door dit alles is een rijkdom van vraagstukken aan de orde gesteld, die niet in een kort bestek met eenige volledigheid behandeld kunnen worden, maar die wij ons toch voor oogen kunnen stellen. Om met het blauwe boekje van de Directeuren te beginnen, niemand zal wel denken, dat terstond de ƒ 260.000.^— jaarlijksche vermeerdering van inkomsten op tafel kunnen gelegd worden. De Universiteit is geen wonderboom. Een stevige boom groeit maar niet zoo snel. Directeuren vragen eerst ƒ 30.000.— tot dekking van het tekort en ƒ 5000.— voor het Pensioenfonds, samen dus ƒ 85.000.—. Dan voor nieuwe hoogleeraren (8 a 10) en 2 lectoren ƒ 100.000.—;. Daarvan zijn bedoeld 1 in de juridische faculteit, 5 a 6 hoogleeraren en 2 lectoren voor de literarische faculteit, dus twee der oorspronkelijke faculteiten en de overige vermoedelijk aanvankelijk alleen voor de medische faculteit, daar de natuurkundige faculteit nog in het geheel niet bestaat. Voorts voor rente-aflossing voor het stichten van een Universiteitsgebouw ƒ 44.000.— én voor kosten van laboratoria, ook rente en aflossing, onderhoud hulpmiddelen enz. ƒ 4000.—, voor onderhoud Universiteitsgebouw ƒ 5000.T- en voor diversen ƒ 30.000.—. Van deze zaken zal vermoedelijk op de uitbreiding van het aantal hoogleeraren het eerst de aandacht zijn te vestigen en met name voor de literarische en medische faculteit houden wij daarop reeds lang het oog gevestigd. De mannen moeten er zijn en het geld. Als de mannen gevonden zijn, heeft het geld nog nooit ontbroken. Ten aanzien der drie oudste faculteiten rijzen verder in het algemeen geen nieuwe vragen. De Vrije Universiteit heeft hier nu, als van te voren, geheel zelfstandig haar taak te vervullen. Harmonische samenwerking op den grondslag van het beginsel, en uitwerking van wetenschappelijke resultaten op het steeds zich uitbreidend gebied is hier nu, als steeds, haar taak. De taak der professoren is zwaar; indien de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1924

Jaarboeken | 378 Pagina's

Vier-en-veertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1924

Jaarboeken | 378 Pagina's