Jaarboek 1926 - pagina 94

^02

onderzoek dus. Zoo zou men de Psych. Neurol. Kliniek daarin kunnen steunen en anderzijds b.v. een instituut voor natuuT-wetenschappelijk ond.erzoek. Men bedenke dan echter wel, dat van de opleiding van studenten dan geen sprake is; dat misschien wel proefschriften bewerkt kunnen worden, maar dat men steeds genoodzaakt zal zijn, bij een Hoogleeraar der Openbare Universiteit te vragen, of deze geneigd is, de dissertatie goed te keuren (wat niet altijd vriendelijk ontvangen wordt). Steun dus voor wetenschappelijk werk in de exacte wetenschappen (waarom zou de CA. stichting hiervoor niet kunnen blijven steunen, ook eventueel de Regeering?) maar voorloopig geen sprake van een medische of natuur-philosophische faculteit en voorloopig ook niet van opleiding tot arts of tot leeraar in een der natuur-philosophische vakken. Ik heb hier mijn persoonlijke meening gegeven, die door sommigen niet gedeeld wordt. De Commissie, die tot taak heeft, na te gaan, of we tot oprichting van een natuur-philosophische faculteit zullen overgaan is nog niet met haar rapport gereed. Daarover zal dus mijn opvolger nadere mededeelingen moeten doen. Ik wil hopen, dat hiji dan een veel opgewekter toon zal kunnen doen hoor en. OndeTtusschen interesseert het ons, hoe de Roomsohe Universiteit te Nijmegen in de toekomst zal handelen, wat de exacte faculteiten betreft. In de rede door den Rector Magnificus gisteren uitgesproken bij de overdrac'ht van het Rectoraat wordt gememoreerd, dat Paus Pius XI de Nederlandsche Katholieken aanzette door een nieuwe krachtsdaad de Universiteit met de stichting der beide faculteiten van natuur-wetenschap en van geneeskunde te voltooien. De Staats-Commissie voor het Hooger-Onderwijs, ingesteld bij Kon. Besluit van 24 Februari 1923, No'. 8, aan welke werd opgedragen na te gaan of, en zoo ja, door welke wettelijke en andere maatregelen: lo. Kostenbesparing op het Openbaar Hooger Onderwijs kon worworden verkregen, zonder .het peil van het onderwijs in het algemeen te verlagen en 2o. de verhouding tusschen het Openbaar- en Bijzonder Hooger Onderwijs nader kon worden geregeld, zoodat het bijzonder Universitaiir Onderwijs zich naar zijn aard beter zou kunnen ' ontwikkelen dan op dit oogenblik het geval is. heeft haar rapport aan H. M. de Koningin uitgebracht. In deze Goanmissie hadden ook zitting de heeren Golijn, Directeur der V. U. en Prof. Anema. Eerstgenoemde werd later vervangen door Prof. L. Bonman. In de rede, door Minister De Visser uitgesproken bij de installatie der 'Commissie, achtte hij het niet onwaarschijnlijk, dat bij de bespreking van het tweede gedeelte der aan de Commissie verleende opdracht beginselen met elkander in botsing zouden komen, tengevolge waarvan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen