GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1926 - pagina 38

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1926 - pagina 38

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

jongste volksvertegenwoordigers, Ds. Lingbeek, worden aangeboden: „de vrijheid van onze Christelijke scholen is een precair bezit zoolang de Staat voortgaat zijn beginsel dat het openbaar onderwijs regel moet zijn ook op de universteit toe te passen". En van ouds kwam de gedachte op dat de regel: de vrije school regel, de openbare aanvulling, ook het iiniversiteitsonderwijs gold. Maar bet principe geeft den doorslag. Christelijke school en universiteit hebben denzelfden bestaansgrond: 't openbaar onderwijs voor onze gedoopte kinderen niet bruikbaar. De openbare universiteiten werden bolwerken tegen de Calvinistische wereldbesohouwing. De benoeming van Dr. Palaohe toont aan hoe sterk zich het vervreemdingsproces heeft voltrokken. Uit dien nood werd eerst de theologische School, straks de Vrije Universiteit geboren. Geworteld in het Gereformeerde leven trekt zij daaruit sappen om bij opwas dat leven ten zegen te zijn. Maar ook leven vrije school en vrije universiteit uit hetzelfde beginsel: de o u d e r s zullen beslissen hoe ze hun kinderen willen opvoeden. De belijdenis dat de vreeze des Heeren het beginsel der wijsheid is, geldt ook voor de universiteit. Men heeft wel gespot met Christelijk rekenen of Christelijk verbeteren van fouten in een latijnsche thema. Maar voor dezen spot gaan wij niet uit den weg. Er is een schrille wanverhouding tusschen de positie die de vrije school en de vrije universiteit in ons staatsieven inneemt. Uit den schoolstrijd zijn voorts enkele leeringen voor de V. U. te trekken. Vooreerst: die schoolstrijd maakt de handhaving van het monopoHe der openbare universiteit moeilijk. De wettelijke regeling die het vrije sohoolonderwijs heeft verkregen is een protest tegen de achteruitsteliing van het vrije hooger onderwijs. Ons bezielend ideaal: de vrije school voor heel de natie, is op universitair erf tooh niet contrabande. Kon voor de lagere school dit ideaal niet ten volle worden' bereikt, voor de universiteit blijft het. Spr. vraagt: mag de Vrije Universiteit een beroep doen op de Staatskas? Deze mag toch niet slechts voor het openbaar onderwijs worden opengesteld! Tal van argumenten kunnen er voor worden aangevoerd: staling van dit deel volkskracht dat er in tot openbaring komt; steun overeenkomstig de verplichtingen, die de Staat dit onderwijs oplegt enz. Principieele, bezw-aren heeft Spr. niet. Ongetwijfeld de usurpatie van de staatszorg is groot. Bij de klachten over te groote staatsinmenging op het gebied der lagere school ontbrak wel eens de dankbaarheid voor wat was verkregen in een veranderde houding der overheid, 't Civiel effect is verkregen en het zou schande zijn door slapheid het weer prijs te geven. Kan onze liefde voor de V. U. alleen bij druk der overheid bloeien? Ook moeten we nuchter blijven. Zonder overheidsinmenging is het niet alles rozengeur en maneschijn. In 1904 signaleerde de heer Heemskerk het gevaar van ooteriegeest. Ook is de collectiviteit „het Gereformeerde

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Jaarboeken | 457 Pagina's

Jaarboek 1926 - pagina 38

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Jaarboeken | 457 Pagina's