GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1926 - pagina 24

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1926 - pagina 24

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

32

In den ruimeren kring zagen we hem het laatst op de Jaarvergadering in Leeuwarden in 1922. Toen had hem de ziekte reeds aangegrepen, die hem eindelijk ten grave sleepte. Die vergadering had hij toch nog willen meemaken. Toen aan den maaltijd na een toast door Prof. Grosheide op hem uitgebracht een geweldige ovatie losbrak, werd het hem een oogenblik te machtig, en kon hij zijn ontroering niet zoo spoedig meester worden. Het was alsoi hij gevoelde, dat dit zijn afscheid was. Een jaar is hij toen op „Sonnevanck" geweest, en daarna heeft hij even zijn 'werk weer mogen doen. Totdat hij weer rust moest nemen, nu in „Salem" te Ermelo. Maar na drie imaanden keerde hij huiswaarts. Zijn taak spoedde ten einde. Nog bleef hij zich met de Vrije Universiteit bezighouden. Maar hij zag zelf iwel, dat hij' zijn werk aan andere handen moest gaan overgeven. En als een trouw en gehoorzaam knecht zijns Heeren heeft hij dat ook gedaan. Zijn Heere maakte er hem los van. Vooral toen bleek de eenvoud en oprechtheid van zijn Godsvrucht weer hierin, dat hij zonder klagen, welbewust en zonder verschrikking den dood tegemoet zag. Een moeilijk ding zou voor hem geweest zijn het scheiden van vrouw en kinderen. Zijn God heeft hem die smart bespaard: de laatste dagen was hij ibuiten bewustzijn. Maar in zijn stervensure werd dat bewustzijn weer klaar. En met een kreet van blijdschap ging hij in tot de vreugde zijns Heeren. Het was in den nacht van Zaterdag op Zondag. Woensdags hebben we hem toen ten grave gedragen. Daar zagen we een groot getal van vrienden uit allerlei kring, waarin hij gearbeid had, en van allerlei rang en stand. Zijn intiemste vriend, de heer R. C. Verweyck, zou de eenige zijn, die het woord voerde. En hij deed het zoo, als het Van Oversteeg waardig was. Moge ook dit woord, dat aan zijn nagedachtenis gewijd is, er toe medewerken om zijn liefde en ijver en arbeid voor onze Vrije Universiteit ten voorbeeld te doen strekken voor allen, die aan onze Vereeniging verbonden zijn. En moge onze Vrije Universiteit, die we uit de 'handen van het voorgeslacht ontvingen als vruc'ht van hun arbeid en strijd, bij ons veilig blijven voor de geslachten, die na ons komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Jaarboeken | 457 Pagina's

Jaarboek 1926 - pagina 24

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Jaarboeken | 457 Pagina's