Jaarboek 1926 - pagina 88

96 Gemeente-Bestuur overbrengen. In de historische omgeving in het Koninklijk Paleis vsrerd dit feit slechts 2 dagen geleden luisterrijk herdacht. Uit de 3 Colleges: Directeuren, Curatoren en Senaat is een gemengde Commissie benoemd, ten einde zoo spoedig mogelijk te komen met voorstellen betreffende de toeko'mst der Universiteit. Deze commissie is nog niet gereed met haar rapport. Ik mag echter wel uit ervaring zeggen, dat de instelling van zulk een kleine commissie groote voordeelen aanbiedt en bevorderlijk is voor het vlugger afdoen van zaken. Na het vertrek van Prof. Buytendijk werd de Directeur van de Valeriuskliniek benoemd tot waarnemend Directeur van het physiologisch laboratorium. Een gedeelte van dit gebouw werd door hem in gebruik genomen ter verruiming van het onder Dr. Bok staande wetenschappelijke laboratorium der Vrije Universiteit, dat tot nu toe in enkele kamers van de kliniek was ondergebracht. De bovenverdiepingen werden tijdelijk afgestaan aan de Academie voor lichamelijke opvoeding. Het Bestuur van deze Academie heeft na overleg met ons eenige vertimmeringen aangebracht, die echter later weer kunnen worden weggenomen. Aan het begin van het thans g'eëindigde Academdejaar, streng genomen nog aan het eind van het vorige, kreeg na langdurige voorbereiding een zaak haar beslag, die voor het leven der Universiteit van beteekenis is. Biji schrijven van 12 September 1924 deelde de Minister van Onderwijs aan Directeuren mede, dat bij Kon. Besluit van 5 September 1924 te rekenen van 19 September 1921 af, met intrekking van de Kon. Besl. van 4 December 1905 (Staatsblad No. 311) en van 2 October 1919 (Stbld. No. 589) de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Geref. Grondslag aangewezen was als bevoegd om in de van die Vereeniging uitgaande Vrije Universiteit te Amsterdam een bijzondere Universiteit te hebben, die I. Ten aanzien van de ,door haar te verleenen doctorale graden in de lechtsgeleerdheid en in de letteren en wijsbegeerte, II. Ten aanzien van de door haar te verleenen getuigschriften van met goed gevolg afgelegde doctorale examens, i n d e r e c h t s g e l e e r d h e i d afgelegd in: a: het Nederlandsch Recht; b: de vrije Studierichting; in de l e t t e r e n en w i j s b e g e e r t e , afgelegd in: a: de Klassieke taal en letterkunde; b: de Nederlandsohe taal en letterkunde; c. de Semitische taal en letterkunde; d: de geschiedenis. III. Ten aanzien van de door haar uit te reiken getuigschriften, waaraan de hoedanigheid van meester in de Rechten wordt ontleend, g e 1 ij k e r e c h t e n heeft als de Rijksuniversiteiten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen