Jaarboek 1926 - pagina 99

107 ger als aanhangsel na de rectorale oratie kwam en als een lichtend moment werd beschouwd, nadat de nu en dan siware oratie was voorafgegaan, is nu een afzonderlijk stuk geworden. Ik mag niet verzwijgen, dat het rectoraat mij gemakkelijk is gemaakt door de hulpvaardigheid, die ik van de collega's zonder onderscheid mocht ondervinden. In 't bijzonder zij' die dank gebracht aan den Ab-actis Prof. Aalders, die mijl in .alle opzichten een trouwe hulp is geweest. Ook dank ik onzen pedel, die steeds bereid was, de moeilijkheden, die zich opdeden, uit den weg te ruimen. Hooggeleerde Grosheide! Was het de vorige maal, dat ik het Rectoraat overdroeg aan onzen betreurden Sillevis Smitt, ditmaal zijt gij naar anciënniteit mijn opvolger. Met gerustheid en vertrouwen stel ik het Rectoraat in Uw handen, omdat ik overtuigd ben, dat Uw hart klopt voor de Vrije Universieit en dat ü haar een liefde toedraagt als weinig anderen. Salve Rector, iterum iterumque salve. Daarbij voeg ik den heilwensch voor onze Universiteit: Vivat crescat floreat academia nostra!

§ 19. Wetenschappelijke Samenkomst. Deze werd göhouden in de Buiten-Societeit te Zwolle. Te 11 uur opende de Voorzitter, Prof. Dr. A. G o s l i n g a de samenkomst, liet zingen Psalm 119 : 17, ging voor in gebed en las daarna Romeinen 14. Met een kort welkomstwoord begroette Spr. de aanwezigen. In behandeling kwamen hierop de reeds eerder in druk versoheneh referaten. Prof. Dr. A. A. v a n S c h e l v e n refereerde over een H i s t o r i s c h onderzoek n a a r d e n levensstijl van het Calvinisme. Ref. vangt zijn onderzoek aan,bij ,,de Heidebergsche school", bij' de theoriën, in het begin dezer eeuw door Max Weber en Ernst Troeltsch gepubliceerd. Van die theoriën geeft ref. een uitvoerig overzicht. Webers hoofdaandacht is voor de genealogie van het moderne kapitaHs'me. In dat moderne kapitalisme leefde de geest, om rijkdommen te verwerven, niet om daar materieele behoeften mee te bevredigen, of om er al rijier levensgenot mee te veroveren, en evenmin omdat het bezit dier rijkdommen uit hebzudht op zichzelf aantrekkelijk wordt geacht, maar wijl dat verwerven als een plicht, als een geen oogenblik en onder geen omstandigheden loslatende plicht wordt gevoeld. Het Calvinisme behoort naar Webers inizicht ook tot de factoren, die dat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen