Jaarboek 1926 - pagina 3

HOOFDSTUK I.

§ 1. Ter inleiding. Wie izich opmaakt öm ditmaal 'het Jaarverslag der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag te schrijven — het Z8s-en-veertigste in de reeOas dsir (verslagen — moet niet in de vlakte blijven staan, maar moet een hooger standpunt zoeken, van waar hij bet geheel kan overzien, en de details in hunne juiste verhouding en in hun juiste verband tot bet geheel kan beschouwen. Hij moet dten berg op, waar het uitzicht ruim is; waar het alledaagsch gewoel niet zóó in beslag neemt dat voor concentratie der gedachten schier geen tijd is; waar de atmospbeer zuiver, de lucht helder, de hemel meer nabij is. Als men de geschiedenis van dit laatste Vereenigingsjaar voor zijn oog voorbij doet gaan, dan is er voorzeker veel stof tot danken — dat in de eerste plaats — want het zijn Gods goedertierenheden, die ons hebben gedragen van dag tot dag; maar dan is er ook veel, dat tot ernstig nadenken stemt, en luchtihartige blijdschap verre doet zijn. Zwaar werd onze Hoogeschool getroffen door bet verlies van den laatstovergebleven hoogleeraar in de medische faculteit, die ons verliet nadat hij 17 jaren lang zich met liefde en trouw aan de Universiteit had gewijd. Wel is de band niet geheel verbroken en blijft Prof. Bouman als buitengewoon hoogleeraar aan onze Stichting verbonden, maar het is niet meer de volheid zijner kracht, die hij voortaan aan ons kan schenken. En bet is niet dat verlies alleen, wat ons ontrust. Er hangt zooveel meê saam. Hoe zal het nu verder gaan met de vierde faculteit? Het tijdstip waarop door de Wet een vierde faculteit gevorderd wordt, nadert snel, en boe zal dan aan den wetseiscb kunnen worden voldaan op een wijze, die onze Universiteit inderdaad verrijkt en haar, ook op dat bepaald gebied, in dienst stelt, zoowel van de wetenschap als van de practijk? Reeds alleen deze onzekerheid legt zekeren druk op den kroniekschrijver. En daarnaast zijn er andere invloeden, die op hem inwerken als hij zich tot zijn taak zet. De beroering in de gereformeerde kerken ging niet onopgemerkt aan onze Universiteit voorbij, en de beweging daardoor veroorzaakt, was voor baar niet gunstig. Voor een Hoogeschool als de onze, die gedragen wordt door de liefde en door het gebed van hen, die den beginselplicht erkennen om op wetenschappelijk terrein de kracht van onze geloofsovertuiging en het licht dat daarvan uitstraalt, te doen uitkomen, is allereerste voorwaarde, dat zij het ongeschokt vertrouwen bezit en behoudt van ons volk, van bet volk dat haar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen