Jaarboek 1927 - pagina 110

116 medegebruik der openbare laboratoria uitgesloten geacht moet 'worden. Natuurlijk zal niet alles ineens kunnen worden bereikt, maar, mochten later d'e financiën het veroorloven, en zouden geschikte mannen beschikbaar zijn, dan zou aan uitbouw van dit plan en bezetting vajm meerdere katheders kunnen worden gedacht, in de alereerste plaats natuurlijk voor het v a t anatomie. Zwarigheden bij de verwerkelijking van heide plannen. Al dadelijk pleit ten voordeele van Plan II bet geringere kostenbedrag. Zooals uit de bovengegeven becijferingen blijkt, bedraagt het verschil ƒ 25.000.— wat natuurlijk niet uit het oog mag worden verloren, al acht Uwe Commissie eene verhooging van inkomsten met ƒ 60.000.— per jaar geenszins uitgesloten. Dit bedrag toch is op zichzelf niet grooiter dan het budget vani een enkele middel-groote stadskerk. Voor een juisite vergelijking moet voorts ook nog in rekening worden gebracht, dat bij Plan I de collegegelden ten bate van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs komen, terwijl daarentegen bij Plan II de Amsterdamsohe Universiteit de collegegelden -zou ontvangen. Het nadeel, dat echter onmiddellijk in het oog valt, ligt in de omstandigheid, dat men niet de minste zekerheidi bezit, dat de gedachte samenwerking tusschen de Vrije- en Openbaxe Universiteit verwezenlijkt kan worden. In de eerste plaats stuit men bij de bestaan-de wetgeving op de moeilijkheid dat iedere faculteit telkeus geheel zelfstandig zal willen beoordeelen, of zij aan een bijzonderen boogleexaaj- de bevoegdheid zal geven in het door hem te doceeiren vak te examineeren. De wet of de verordening zal bezwaarlijk de examineerende bevoegdbeid van een bijzander hoogleeraar dwingend kuninien voorsohrijven, omdat zulks tot zeer vérstrekkende oonsequ'enties aou leiden.. Aan- den anderen kant is het voor de Vrije Universiteit onaannemelijk, lonn geheel afhankelijk te zijn van d'e welwillendheid van een bepaalde faculteit, of ziji ai of niet de door de Vrije Universiteit bentoemde professoren zou vrillen toelaten. Weliswaar zou men zich een hoogere instantie kunnen denfaen, waarop de Vrije Universiteit zioh zou kunnen beroepen in geval van weigering der faculteit, om de bevoegdheid te geven aan een idtoor de Vrije Universiteit benoemden hoogleeraar om te examineeren, doch, afgezien van de moeilijkheid om een objectieve hoogere instantie in ide wet of de verordening vast te leggen, zou ook steeds van tevoren mioieten vaststaam, of een door de Vrijiö Universiteit te benoemenl professor aou geacoepteerid worden, daar men anders gedisqualificeerde professoren zou krijgen. Hier moge ten overvloede ook nog eens worden herhaald, dat Plan II geheel zou komen te vervallen, indien de door ons gewenschte zekerheid op bet stuk der examiens niet zou kuiniien worden verkregen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen