Jaarboek 1927 - pagina 116

122 onaangename positie en dat heeft er toe bijgedragen, dat ze vertrokken. Zoo is men er door allerlei omstandigheden vanzelf toe gekomen, om te gaan denken over de inrichting van een wis- en natuurkundige faculteit. En dat zou op dit oogenblik verschillende voordeelen hebben. Allereerst voordeelen van principiëelen aard. Zeer zeker komen in de geneeskunde allerlei beginselen aan de orde. Toch is er in de geneeskunde zeer veel, dat in de z.g. neutrale zone ligt. Het vaststellen van een ziekte, het voorschrijven van geneesmiddelen, het opereeren, enz., enz. gaat bij den Christen niet anders dan bij den nietGhristen. Als ons volk om Ghristen-geneesheeren vroeg, dan bedoelde het geneesheeren, die geen door den Ohristen te veroordeelen praktijken zouden toepassen, geneesheeren, die eens geestes met.hun patiënten zouden zijn, die erkennen, dat God de middelen heeft te zegenen, welke worden aangewend, die dan ook in biddend opzien tot God 'hun wetenschap toepassen. Maar dat raakt niet de geneeskunde zelf. Hier gaat het in den grond der zaak om theologische vraagstukken, n.l. wat eischt Gods wet van ons, ethische vragen, mag ik dit doen of niet doen, dit laten of niet laten. Het eigenlijk principieele-medische terrein is betrekkelijk klein. Anders staat het daarmede in de Wis- en Natuurkundige Faculteit. Zeker, ook daar is een groote neutrale zone. Zeer veel in de Wiskunde behoort daartoe, eveneens veel in de natuur- en scheikunde. Toöh komt bij de laatste al dadelijk de vraag naar oorsprong en wezen der natuur maar voren. De kwestie Schrift en natuur, theologie en natuurkunde is in den laatsten tijd' weer in allerlei vormen onder onze aandacht gebracht. Plant- en idierkunde zijn vakken, waarop het beginsel van zeer grooten invloed is. Ik mag hier herinneren aan het woord van Prof. J. Woltjer op de jaarvergadering te Zwolle in 1911 gesproken: „Op dit gebied (n.l. op dat der wis- en natuurkundige wetenschappen) doen zich tal van belangrijke vraagstukken op, die voor de andere faculteiten en voor het geheele Ghristelijke leven van groote beteekenis zijn, naar welker juiste formuleering en benaderende oplossing wij',met alle machten hebben te tstreven." Vergelijken is altijd moeilijk, maar als wij vergelijken, dan zal de directe invloed van ons beginseil op de wetensdhap als zoodamig (d.w.z. niet op ihaar praetisch gebruik) bij de natuurkunde en -wat daarmede samenihangt, zeker grooter zijn idan bij de geneeskunde. Daarbij ko'mt nu, dat het inrichten van ©en wis- en natuurkundige faculteit eok eenige practische voordeelen beeft boven uitbouw van de medische. De medische faculteit zoo te maken, dat men examineeren kan, dokters opleiden, is op dit oogeiijlik zeker onmogelijk. Het is daarentegen niet oinmogelijk thans reeds zulk een begin van een wisen natuurkundige faculteit te maken, dat althans im enkele vakken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen