Jaarboek 1928 - pagina 82

89 melden, dat opnieuw een van de naaste familieleden van den Stichter der Vrije Universiteit zich als Directrice aan het Hospitium heeft willen veribinden. Onze dankbaarheid zou nog grooter zijn, zoo Mevr. Kuyper besluiten kon voorgoed te blijven, wat ze nu slechts voorloopig geworden is. Moge het hier waarheid blijken, wat een Franschman eenmaal gezegd heeft: „en Hollande il n'y a que Ie provisore qui dure." De uitnemende staat, waarin Directeuren dezer dagen het Hospitium hebboü opgeleverd, zoodat het nu een lust voor de oogen is, zal haar stellig een zoodanige beslissing vergemakkelijken. Historici, wier blik op het verleden gericht is, zijn niet steeds de beste heoordeelaars van hun eigen tijd. Hoe, wanneer ziji als zoodanig optreden, hen, evengoed als anderen, de objectiviteit in den steek kan laten, zou met tal van voorheelden zijn te illustreeren. Toch vrees ik niet voor subjectief gehouden te worden, zoo ik als mijn gevoelen uitspreek, dat het voorbijgegane jaar in het leven onzer Universiteit niet onhelaJQgrijk te achten is: drie nieuwe hoogleeraren traden op, het Galvijnfonds debuteerde met een welgeslaagde reeks voordrachten van een buitenlandsch geleerde, het Studiefonds verkreeg een nieuwe gedaante, en, last hut not least, de plannen tot stichting eener Faculteit van Wis- en Natuurkunde namen definitieven vorm aan. Dit is wel van bijzonder gewicht. Daarmede is zeker wel voor een mensohenleeftijd de koers vastgelegd, waarin, zoo God er Zijn zegen toe geeft, de ontwikkeling der Vrije Universiteit zich bewegen zal. Het heeft veel voeten in de aarde gehad, eer het zoover was. Lofwaardig was de volharding Tan hen, die na ampele overweging aan uitbreiding in de richting van de Wis- en Natuurkundige Faculteit de voorkeur gaven; niet minder lofwaardig de zelfverloochening van wie haar eerst in andere richting hebben gezocht. Moge dezelfde zelfverloochening hetraoht, ook dezelfde volharding betoond worden, wanneer men bijeen gaat brengen hetgeen noodig is om met de uitvoering dezer plannen een hegin te maken! De Jaarvergadering te Arnhem, waar deze gewichtige beslissing genomen is, is ditmaal niet door een wetenschaippelijke samenkomst voorafgegaan. Dit hield daarmede verband, dat een rustige bespreking der hangende moeilijkheden veel tijd vorderde. De bespreking heeft ten slotte geleid tot de instelling eener oommissie, die zal onderzoeken, of Art. 2 der Statuten zóó kan worden geïnterpreteerd, dat tot de daar genoemde Gereformeerde beginselen behoort het Goddelijk gezag der Heilige Schrift, gelijk de Gereformeerde Kerken in Nederland dat in haar kerkelijke vergaderingen hebben beleden en handhaven. Dat de arbeid van deze commissie voor onze Universiteit van groot belang kan worden, behoeft geen betoog. Moge hiji ten gevolge hebben, dat het wantrouwen, dat bij een niet gering deel van ons Gereformeerde volk gerezen is, geheel, verdwijnt en alzoo het contact hersteld wordt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen