Jaarboek 1928 - pagina 122

129 men eener commissie van enquête, indien een daartoe strekkend voorstel door minstens 12 leden der vergadering wordt gedaan, met schriftelijke en nauwkeurige opgave van de zaak, waarover onderzoek verlangd wordt. Als slotsom van haar bevinding stelt de commissie van enquête een motie van orde voor, waarover door de vergadering wordt beraadslaagd en beslist, tenzij het haar gelukt door minnelijke schikking aan de voorstellers der enquête voldoening te geven. B. VI.

Oordeel der Commissie over den zakelijken inhoud der vraag.

Indien de bedoeling der U voorgelegde vraag in het begin juist is weergegeven, zou, zooals uit het voorgaande voortvloeit, met eene ontkennende beantwoording kunnen worden volstaan. Toch achtte Uwe Commissie dit niet raadzaam. Ook al komt men tot de conclusie, dat kerkelijke uitspraken als zoodanig niet bindend zijn voor de Vrije Universiteit, dan doet zich toch aanstonds op eene tweede vraag, die men aldus kan formuleeren : „of tot de in art. 2 der Statuten genoemde Gereformeerde beginselen zakelijk behoort, wat vervat, is in de uitspraken, waarin de Gereformeerde Kerken van Nederland het Goddelijk gezag der Heilige Schrift hebben beleden en tot op heden handhaven". Deze vraag valt dan weer in tweeën uiteen. In het eerste deel wordt gevraagd naar de zakelijke overeenstemming met wat de Gereformeerde Kerken in Nederland ,,hebben beleden",, en in het tweede naar de overeenstemming met de wijze, waarop zij die belijdenis „tot op heden handhaven". VII.

Het gezag der Heilige Schrift, gelijk de Kerken dit hebben beleden.

Bij het „hebben beleden" ligt het voor de hand, te denken aan de Belijdenisschriften, waarin de in ons vaderland gevestigde Gereformeerde Kerk van ouds de uitdrukking van haar geloof heeft gevonden. Bij dit gedeelte der vraag gaat het dus niet uitsluitend over wat een bepaald kerkelijk instituut heeft beleden, maar van wat de aloude Gereformeerde Kerk dezer landen in haai: verschillende openbaringen,' zoover ze haar karakter van belijdende kerk heeft behouden, beleden heeft of nog belijdt. De vraag luidt dan aldus : of tot de in art. 2 der Statuten genoemde Gereformeerde beginselen behoort het Goddelijk 5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen