Jaarboek 1928 - pagina 25

32 De verkiezingen. De bestuursverkiezingen aan de orde stellende, deelde de V o o rz i tt e r mede, dat langdurig beraadslaagd was over een e.v. wijziging in den rooster van aftreding, doch dat zulks nu niet mogelijk was, wijl de V. U.-^dag was saamgekomen onder de bestaande reglementen. Daarom -stelde Spr. voor, het punt der benoeming van een directeur van de agenda af te voeren, waardoor de heer Colijn zijn functie zou moeten blijven waarnemen. Dit voorstel werd met langdurig en daverend applaus aanvaard. Nadat in de vacature J. Balhuizen, de heer H. v. d. Grampel tot lid der Commissie van Toezicht op het geldelijk beheer was benoemd^ en de verkiezing van Mr. D. W. O. A. Schut was goedgekeurd, kwam onder applaus der vergadering de oud-hoogleeraar Prof. Dr. W. Geesink op het podium. Thans deed de V o o r z i t t e r voor de vijfde maal mededeeling van een ingekomen gift, thans van ƒ 1000.— voor het uitbreidingsfonds. Het woord was daarna aan P r o f . D r . H. D o o y e w e e r d voor het uitspreken zijner rede, waarvan in § 7 verslag wordt gegeven. De V o o r z i t t e r sprak na de rede zijn blijdschap uit, dat zulk een jonge kracht als Prof. Dooyeweerd aan de Vrije Universiteit verbonden is. Het Calvinistisch ideaal wordt door hem verstaan en hij heeft, schoon jong nog, de Vrije Universiteit reeds menigen goeden dienst bewezen. Daarna huldigde de V o o r z i t t e r Mr. Baron van Heemstra, Commissaris' der Koningin in Gelderland, die de vergadering bijwoonde en wiens vader in de eerste moeilijke jaren, der Vrije Universiteit in de voorste gelederen barer verdedigers stontf. De V o o r z i t t e r rapporteerde vervolgens nog een gift van ƒ 5Q0,—: voor het uitbreidingsfonds. ° ^'ÏWS&Ï^^SAls laatste referent voor deze vergaderiiig trad op ~^D s: "K. S c h i l de-r, van Oegstgeest. Het verslag van diens rede wordt onder § 8 weergegeven. De V o o r z i t t e r bracht ook aan dezen spreker dank voor zijn met groote belangstelling gevolgde rede. Besloten werd de plaatsbepaling voor de volgende jaarvergadering en de vaststelling der korte notulen over te laten aan directeuren. De heer G o 1 ij n spreekt een woord van dank voor het bewijs, dat de band tusschen de Vereeniging en hem blijkbaar nog onverzwakt bestaat. Hij verklaart, dat hij, bet directeurschap nog wil blijven bekleeden en in den komenden tijd de Universiteit hoopt te dienen met de hem beschikbare krachten. Verder huldigde de heer Colijn den Voorzitter voor zijn leiding en inzonderheid voor zijn openingswoord, een woord, zooals ons volk dat van tijd tot tyd van zijn professoren verwacht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen