Jaarboek 1928 - pagina 5

10 Zoo vs^erd dan de arbeid in de aangevi^ezen richting aangevangen, allereerst tot 'het stichten van een uitbreidingsfonds, en met dank aan God kan reeds worden medegedeeld, dat niet tevergeefs een beroep werd gedaan op de liefde van ons Gereformeerde volk voor onze Universiteit, zij ihet ook dat op verschillende plaatsen nog een zekere terughoudendheid bleek te bestaan. Het is hier niet de plaats de oorzaken daarvan uitvoerig in beschouwing te nemen. Slechts moge daarover ee;ne enkele opmerking worden igemaakt. Voor zoover de oorzaak ligt in de meening, dat de uitbreiding der Universiteit had moeten worden gezooht in andere richting, n.l. in die der medische faculteit, zodat niet van heeler harte kon worden medegewerkt aan 'het tot stand komen van eene wis- en natuurkundige faculteit" worde er op geweien, dat het beginsel der samenwerking vraagt den arbeid van allen, des noodig met terzijdestelling van eigen wensoh, wanneer eenmaal een besluit is gevallen met instemming der jaarvergadering. Een 'besluit, niet genomen in de opwelling van Ihet oogenblik, maar na een deugdelijk onderzoek, dat uitwees, dat alleen in de gekozen richting op welslagen modht worden gerekend. Niemand blijve dan achter; terughouding is 'het breken van kracht. Voor zoover de oorzaak ligt in de reeds aangeduide moeilijkheden in den boezem der Vereeniging, die blijkbaar voortgaan een druk uit te oefénen en de kracht der ingezette actie verzwakken, moge vooreerst worden herinnerd aan 'het door (Jen Voorzitter van Directeuren ter vorige jaarvergadering gesproken woord, dat elk verband tussohen de uitbreidingsplannen en die moeilijkheden dient te worden afgewezen, omdat in het jaar 1930 aan den wettelijken eisch tot uitbreiding moet zijn voldaan. En voorts aan 'het instellen der Commissie, dié heeft te onderzoeken of artikel 2 der Statuten zoo is te interpreteeren, dat tot de in dat artikel genoemde Gereformeerde beginselen behoort 'het Goddelijk gezag der Heilige Schrift, gelijk de Gereformeerde Kerken in Nederland in ihaar kerkelijke vergaderingen hebben beleden en handhaven. Dat het rapport der commissie niet zoo spoedig is verschenen als verwacht werd, mag verklaarbaar worden geacht, wanneer men zich indenkt, dat het hier gaat öm een pro'bleem van wijde strekking, waarbij eene oplossing moest worden gevonden die eenerzijds aan de heteekenis van kerkelijke uitspraken recht doet wedervaren en anderzijds niet aantast de vrijheid van dé Universiteit als wetenschappelijk instituut, dat immers gehouden is te zoeken naar en te formuleeren de Gereformeerde beginselen op alle terrein der wetenschap, in gebondenheid aan Gods Woord. Nu dat rapport is verschenen, zy het ons aller bede, dat het moge bijdragen tot verheldering van inzicht, tot 'bevestiging van het vertrouwen, dat de Universiteit, die ons lief is, door Gods genade zal

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen