Jaarboek 1934 - pagina 76

74

(détournement de pouvoir), met bepaling van eigen standpunt tegenover dit leerstuk en onder vermelding van den grond, waarop dit standpunt rust; de theologische faculteit vraagt een gedocumenteerde uiteenzetting van bedoeling en werkwijze der geschiedschrijving in Kronieken. Bij de e.v. rectoraats-overdracht, dus in September 1934, wordt het oordeel der betreffende faculteiten over de eventueel ingekomen verhandelingen in het openbaar meegedeeld. Wat de overige faculteiten betreft, verdient hier vermelding het Koninklijk Besluit van 7 Januari j.l., bij welke de jongste faculteit werd aangewezen als bevoegd tot het afnemen van doctorale examina met als hoofdvak wiskunde, natuurkunde, scheikunde en wijsbegeerte. Aan een syllabus, die het program voor deze vier mogelijkheden nader omschrijft, wordt reeds met ijver gewerkt. Doch laat ik nog even tot den Senaat als geheel mogen terugkeeren. Reeds m'n voorganger kon mededeelen, dat de Senaat besloten had over te gaan tot de instelling van een College van Rectoren en Assessoren, en Directeuren de daartoe noodige reglementswijziging hadden goedgekeurd. In aansluiting daaraan kan thans gemeld, dat ik genoemd college den 28sten October j.l. mocht installeeren. Het heeft tot taak de vergaderingen van den Senaat voor te bereiden en voorts onbelangrijke en spoedeischende belangrijke stukken af te doen, alsmede eventueele tuchtgevallen in eerste instantie te behandelen. Eerlijk gezegd, behoorde ik, wat de hoofdzaak betreft, aanvankelijk tot hen, die vrij sceptisch tegenover dit novum stonden. Maar de ervaring reeds van het ééne jaar waarin dit college functioneerde, heeft me ervan overtuigd, dat het den Senaat belangrijke diensten kan bewijzen: samengesteld uit den Rector der Universiteit en de decani der faculteiten en bijgestaan door den ab-actis van den Senaat, stelt het eerstgenoemde in staat heel wat zich anders noodeloos opstapelend werk vlug af te doen en zich op de hoogte te stellen van verschillende opvattingen der Senatoren, terwijl ook het contact der beide andere colleges met den Senaat door een en ander niet weinig gebaat bleek. Bij de bespreking van het werk onzer studenten mag allereerst dankbaar geconstateerd, dat het niet noodig was het Assessorencollege voor tuchtgevallen samen te roepen: slechts viermaal behoefde ik als rector in dezen op te treden en in elk dezer gevallen was een lichte berisping voldoende. Bovendien is er blijkbaar over 't algemeen flink gewerkt:, dat het aantal examina (174) hooger klom dan ooit te voren, spreekt, gezien den aanwas der studentenwereld, vanzelf; maar dat het aantal afgewezenen desondanks slechts 14 bedroeg en daarmede zonk tot het laagste percentage dat sinds jaren werd bereikt, zegt, gezien het gelijk-blijven van de eischen, wel iets omtrent de qualiteit van het gepraesteerde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen