GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1935 - pagina 85

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1935 - pagina 85

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

83

sische verklaring mogelijk. In tegenstelling met de chemie, trachtte de physica zich onbevangen tegenover de feiten te plaatsen en hen met behulp der wiskunde objectief vast te leggen en met elkaar in verband te brengen. Gevolg was onderling debat van physici en „chemici". Pas na Lavoisier zegevierde de quantitatieve methode ook in de chemie. In de 20e eeuw heeft de physica opnieuw een belangrijke stap voorwaarts gedaan, door óók van de mechanische modellen zich los te maken en nog sterker een abstract, mathematisch karakter aan te nemen. Leidde de organische natuurbeschouwing tot pantheïsme en was bij de mechanische het gevaar van deïsme groot, de 20e eeuw brengt een wetenschap, die meer dan sedert tijden het geval was, tot theïstische conclusies geneigd is. Het naïef realisme, dat de waargenomen objecten als onafhankelijk van de geest beschouwt, heeft eigenlijk afgedaan. Het irrationeele, waarop ook de natuuronderzoeker telkens weer stoot, waarschuwt ons er echter voor de natuur als schepping of als fictie van de menschelijke geest te beschouwen. Zoo worden we gedwongen het reëel, objectief bestaan der dingen te gronden in God, die hen schiep. Het geloof, dat het denken oorsprong is van het zijn (en niet omgekeerd), dat er plan en gedachte in de natuur schuilt, is het uitgangspunt van alle vruchtbare wetenschap. Het gevaar is, dat we nu te spoedig meenen Gods gedachten uit de natuur te raden (Kepler!) en ons een oordeel aanmatigen over de wijsheid van den Schepper op grond van resultaten der mcnschelijke wetenschap. „Christelijke" wetenschap in eigenlijken zin kennen we niet, evenmin als onchristelijke. De taak van den christen-natuurkundige is de pseudowetenschappelijke, anti-christelijke conclusies, die sommige harer beoefenaars uit de natuurwetenschap trekken, te ontmaskeren en af te wijzen. Tenslotte pleiten we voor een juistere opvatting van de historie der natuurwetenschap dan de gangbare. Indien we ook natuurwetenschap uiteindelijk als geesteswetenschap beschouwen, zullen we haar geschiedenis niet als feitenreeks geven, maar trachten te begrijpen uit de geheele cultuur van een bepaalde tijd. Mede op grond van eigen onderzoek komen we tot de overtuiging, dat de ontwikkeling der natuurwetenschap niet alleen technische groei is, maar ook de invloed der geesteswetenschap ondergaat. Daarom is de geschiedenis der natuurwetenschap van groot belang voor de vorming van haar beoefenaars. Ze werkt „ontdekkend", ook wat betreft de verhouding tusschen natuurwetenschap en religie. Men heeft de vooruitgang der natuurwetenschap toegeschreven aan het zich losmaken van haar beoefenaars van de banden der Christelijke religie. In werkelijkheid heeft deze echter bevruchtend gewerkt zoodra men zich van haar juiste verhouding tot de natuurwetenschap bewust werd. De geschiedenis der natuurwetenschap stemt ons tenslotte tot bescheidenheid betreffende het menschelijk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Jaarboeken | 175 Pagina's

Jaarboek 1935 - pagina 85

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Jaarboeken | 175 Pagina's