Jaarboek 1937 - pagina 73

71 nog in velerlei opzicht tot zegen voor de Vrije Universiteit te arbeiden. In het college van Curatoren is geen verandering gekomen, tenzij men als zoodanig beschouwt de benoeming van Dr. K. Dijk tot hoogleeraar aan de Hoogeschool te Kampen. Wij wenschen Dr. K. Dijk oprecht geluk met deze benoeming, waardoor voor zijn zegenrijken arbeid in de Gereformeerde Kerken zonder twijfel het arbeidsveld en de invloedsfeer wordt vergroot. Ook de Commissie van Toezicht, door de Regeering benoemd, die volgens art. 201 der Wet op het H. O. heeft te letten op deze bijzondere universiteit, behield dezelfde leden. In de Deputaten voor het verband tusschen de Gereformeerde Kerken en de theologische faculteit kwam geen wijziging. Op de zoo straks genoemde jaarvergadering, die dit jaar te Haarlem werd gehouden, hield de heer Schouten, lid van het College van Directeuren, een referaat over „Wederkeerige werking". Prof. Dr. A. Sizoo sprak over: Het derde Humanisme, terwijl Prof. Ridderbos, hoogleeraar aan de Hoogeschool te Kampen een verhandeling hield over Heilige Schrift en Cultuur. Den dag voorafgaande aan deze jaarvergadering werd een druk bezochte samenkomst gehouden van het Vrouwencomité tot versterJfing van de Medische en de Wis- en Natuurkundige Faculteit aan de Vrije Universiteit. Op deze samenkomst sprak Mevrouw Van Baren van der Voorn—Grootenboer over: Onze V.U.-actie. Terzelfder ure had de Wetenschappelijke Samenkomst plaats, die nu reeds 20 maal gehouden werd, nadat Bavinck zijn magistraten arbeid over het onbewuste verdedigde in 1915. Ditmaal konden wij met Prof. Koksma discuteeren over het probleem Wiskunde en Waarheid, terwijl Dr. W. H. Gispen ons voorlichte omtrent de Ceremonieële Wet. De leiding van deze vergadering berustte bij Prof. Grosheide, die terstond bereid was, deze taak op zich te nemen, toen Prof. Rutgers kort te voren plotseling ernstig ziek was geworden. We hebben collega Rutgers die op elke Jaarvergadering trouw aanwezig is en altijd weer, wanneer het de Vrije Universiteit geldt, een open oor heeft en een luisterend hart, gedurende de Universiteitsdagen gemist. Gelukkig heeft God de gebeden verhoord en mogen we hem thans weer geheel hersteld in ons midden zien. Thans ben ik gekomen tot de Hoogleeraren en Studenten Zij vormen de eigenlijke bevolking van de Universiteit, hebben elk hun eigen taak en kennen ieder hun plaats in deze gemeenschap, of worden althans geacht die te kennen. Veel van hun arbeid, en zonder twijfel niet het lichtste deel, geschiedt binnenskamers en blijft onopgemerkt. Dat beteekent niet, dat de Professoren van tijd tot tijd niet optreden in het publieke leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen