GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 127

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 127

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

123 toepassing heeft gevonden bij de door Zijne Excellentie bevorderde recente decisie der Kroon in zake de niet-bekrachtiging van een drietal benoemingen aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam" miste redelijken zin. Of hier de eisen gesteld aan de kennis van taalkunde of staatkunde, dan wel van beide werden verwaarloosd behoeft niet te worden onderzocht. Terecht kon de Minister antwoorden : Art. 71 heeft van zijn inwerkingtreding af talloze malen toepassing gevonden in de bekrachtiging van benoemingen. Waarschijnlijk werd door den vraagsteller bedoeld te suggereren, dat nu voor het eerst bij de instelling der 7de faculteit de bekrachtiging geweigerd werd. Edoch, ook die suggestie was onjuist. Toen 12 September 1877 door den Gemeenteraad van Amsterdam de eerste universitaire hoogleraar Dr P. J. Cosijn werd benoemd tot professor in de Nederlandse Taal en Letterkunde werd deze benoeming door de Kroon niet bekrachtigd, zij het ook op andere gronden dan die bij de benoemingen der 7de faculteit golden. De wet van 1876 alzo bracht de verheffing van het Amsterdams Athenaeum tot Universiteit. Tegen den wens van Minister J. Heemskerk Azn. werd de weg gebaand voor een vierde universiteit naast de drie Rijksuniversiteiten. Bezint eer gij begint, riep hij den leden der Staten-Generaal toe en bij de behandeling der wet sprak hij waarschuwend de profetische woorden: „Wanneer dit amendement wordt aangenomen en Amsterdam verkrijgt het door haar zo zeer gewenste privilege, het jus promovendi, dan zal zich vroeger of later, de questie moeten voordoen dat ook andere gelijke rechten eischen en redelijkerwijze — natuurlijk niet zonder waarborgen, niet geheel lichtvaardig — zal men hetzelfde recht moeten toestaan." Die konsekwentie echter werd verworpen, toen bij het sterker worden van den drang naar bijzonder hoger onderwijs, getracht werd aan de formele vrijheid in de wet van 1876 verleendjWezenlijken inhoud te geven. Die wet ging niet verder dan buiten twijfel te stellen de bevoegdheid tot stichting van bijzondere universiteiten. Van die bevoegdheid werd het eerst gebruik gemaakt bij de oprichting der Vrije Universiteit in 1880. Geducht deed zich

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

Jaarboeken | 176 Pagina's

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 127

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

Jaarboeken | 176 Pagina's