GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 129

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 129

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

125 gestadige groei der universiteit maakt voorziening in den materiëlen nood, door eigen middelen allengs moeilijker. De Overheid onthield zich vrijwel van eiken finantiëlen steun; het bedrag van f 4000.— 's jaars voor lokalen beschikbaar gesteld, kan kwalijk als subsidie worden betiteld — jodenfooi of, in academische trant ,,wetenschappelijk sigarengeld" is meer passende benaming. De subsidiëring van het bijzonder hoger onderwijs, door Minister Cort van der Linden bij de instelling der Pacificatie-commissie tot later tijdstip verschoven, werd al dringender bepleit. De stem van mannen als Prof. Holwerda, Prof. Casimir, Dr Bolkestein versterkte den aandrang uit de rechterzijde op Regeringskringen geoefend. Dit jaar eindelijk werd de sluitsteen aangebracht in de veste van de onderwijsvrijheid in 1848 grondwettelijk gefundeerd. Minister Gielen's wetsontwerp werd in de Tweede Kamer met nagenoeg algemene stemmen (8 tegen 62), in de Eerste Kamer zonder hoofdelijke stemming aanvaard. Wel scherp is het contrast tussen de vreedzame stemming in 1948 en de felle bestrijding in 1904, die vrijzinnigen en socialisten in vereend gelid tot zo sterk verzet dreef, dat ontbinding der Eerste Kamer door verwerping van Minister Kuyper's novelle werd geprovoceerd. Gaarne wordt aangenomen, dat de mildere houding tegenover het bijzonder hoger onderwijs in het gemeen en speciaal tegenover de Vrije Universiteit aangenomen haar verklaring mede vindt in zekere vertedering der harten bij de tegenstanders. De nadruk dient echter bij de ontleding der veranderde positie te worden gelegd op de onweerstandelijke logica der feiten, die van de voosheid der in 1904 gevoerde oppositie klemmende getuigenis aflegt. Belangwekkend is de toetsing van de toen geleverde bestrijding aan het feiten-materiaal dat de opsomming der fata verschaft. Boos ging het er naar toe als in den jare 1904 de vrijheid van onderwijs, in de Grondwet van 1948 verankerd, ten aanzien van het Hoger onderwijs toepassing vindt en de Vrije Universiteit in Eerste en Tweede Kamer in het middelpunt der besprekingen staat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

Jaarboeken | 176 Pagina's

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 129

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

Jaarboeken | 176 Pagina's