Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 130

126 „Wij willen niet medewerken tot het sanctioneren van inrichtingen die onder den naam van universiteit niet anders zijn dan isoleringsinstituten voor zwakke geesten, doodkisten voor het wetenschappelijk leven" — zo opende Mr Troelstra het sociaal-democratisch offensief. Voor de vrijzinnigen beten met name de Leidse hoogleraren het spit af, Prof. van der Vlugt in de Tweede en Boneval Faure in de Eerste Kamer. „Een ramp voor het land en een verderf voor het volk" — zo klonk het letterlijk uit vrijzinnigen mond. ,,De wetenschap wordt verlaagd tot nederige dienstmaagd der politieke partij. Het eenheidsbesef der natie wordt ondermijnd, dat een kleine natie vooral in een tijd als de onze, een tijd van krachtvergoding nodiger heeft dan ooit" — zo klaagden Prof. van der Vlugt en Boneval Faure. Het stemde met name de juridische faculteit van de V.U. tot grote dankbaarheid in den bezettingstijd talrijke en in de jaren na de bevrijding sommige studenten der Leidse academie van dienst te hebben kunnen zijn en de fraaie maquette door Leidse studenten uit dankbaarheid voor de verleende hulp aangeboden spreekt andere taal dan die in 1904 in 's lands raadzaal werd gehoord. Strijk en zet werd toen door de Leidse corypheeën betoogd, dat Minister Kuyper zich door de indiening van zijn wet vergreep aan het hoogheidsrecht van den staat, die de bevoegdheid graden te verlenen welke de bezitters tot betrekkingen benoembaar verklaarden, niet aan bijzondere universiteiten mocht schenken. Dr Kuyper's Strikt genomen, waarin het recht tot universiteitsstichting staatsrechtelijk en historisch werd getoetst was onbegrepen aan hen voorbijgegaan. Dat de Europese universiteit als regel niet als staatsorgaan noch ook als kerkelijke school maar het meest krachtens particulier initiatief in het leven is getreden sprak tot hen evenmin als het besef der waardij die schuilt in de volkskracht door universiteiten als vrije maatschappelijke inrichtingen ontwikkeld. In den bezettingstijd niet het minst bleek de betekenis van hoger onderwijs gegeven door zelfstandige corporaties als gelukkig tegenwicht tegenover den nivellerenden en overheersenden invloed van de staatsmacht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen