GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 147

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 147

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

143 van Koningin Wilhelmina's regering te mogen typeren als de triumf van de constitutionele monarchie. Meer dan 1848 moet 1898 tot 1948 worden geëerd als het glorietijdperk van het constitutioneel koningschap. In zijn Nationale Vertogen maakt Busken Huet naar aanleiding van Thorbecke's Narede de opmerking: „Opmerkelijk is dat overal waar Thorbecke in zijn laatste woord over het constitutioneel koningschap spreekt, het zelfstandig naamwoord ondergaat in het bijvoeglijk. Al de nadruk valt op het constitutioneel en het is alsof koningschap er slechts binnensmonds en half fluisterend wordt bijgevoegd." Dat „binnensmonds en half fluisterend" zal ons volk niet worden verweten ; luidkeels voor ieder hoorbaar werd getuigd van den zegen ons land in het koningschap van Koningin Wilhelmina beschoren. De kracht, de wijsheid, de waardigheid waarmee Koningin Wilhelmina regeerde, gaf aan het koningschap gewijd karakter. De drang naar uitbreiding van de rechten der Kroon, waaraan onder meer Mr de Block in zijn inaugurele rede, waaraan Prof. Kamphuis en onderscheidenen met hem uiting gaven, vindt voor een goed deel zijn oorsprong en rechtvaardiging in de wijze waarop Koningin Wilhelmina haar vorstelijke taak vervulde. De Vrije Universiteit niet het minst heeft reden om Haar te danken voor hetgeen zij wrocht in haar zegenrijk bewind. Wars van alle annexatiezucht zullen wij de Koningin niet eenzijdig voor ons opeisen maar toch mag worden getuigd dat in haar optreden doorwerken beginselen en deugden, in wier naleving en beoefening ook de Vrije Universiteit haar kracht zoekt. Op drieërlei zij gewezen. Het ,,bij de gratie Gods" was voor Koningin Wilhelmina niet een plechtstatige zinledige formule maar omstraalde haar koningschap met gouden glans. Gedragen werd haar ganse regering door het besef te zijn dienaresse van den Allerhoogste. Is het wonder dat hier trilt een snaar van gewijde mystieke eenheid bij een Universiteit die plechtiglijk betuigt in diepe afhankelijkheid van de mogendheid des Heren dienstbaar te willen zijn aan de bevordering van Gods eer en van de godzaligheid in den lande ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

Jaarboeken | 176 Pagina's

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 147

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

Jaarboeken | 176 Pagina's