Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 117

113 indruk de hem voorgelegde voorstellen in ernstige overweging dienen te worden genomen, waarbij echter tevens de mogelijkheid moet worden onderzocht van de stichting van een opleidings- en research-instituut voor de psychiatrie, die uiteraard met deze plannen niet in strijd is ; dat hij er intussen aan moge herinneren, dat men reeds enige jaren bezig is met de voorbereiding van een Economische faculteit, en dat, hoe wenselijk de nieuwe plannen ook zijn mogen, het toch te betreuren ware, indien de zo-even bedoelde pogingen erdoor zouden worden belemmerd ; dat hij den Rector heeft opgedragen, om, na overleg met de twee genoemde faculteiten, een commissie uit zijn midden te benoemen tot nadere bestudering van de onderhavige materie ; en dat hij het ten zeerste op prijs zou stellen, indien zijn Voorzitter de gelegenheid zou ontvangen, een en ander nader toe te lichten. Ik zou aan deze mededeling alleen den wens willen toevoegen, dat het inderdaad binnen afzienbaren tijd mogelijk zal blijken, om aan de uit meer dan één oogpunt zo belangrijke Medische faculteit, die (Bavinck herinnerde daaraan in zijn in den aanvang vermelde rede van 1911) reeds 60 jaar geleden (in 1887) als desideratum genoemd werd, maar thans met haar énen hoogleraar in de Psychiatrie niet verder is dan het in 1907 gemaakte begin, door verderen uitbouw een gelijkwaardige plaats te geven naast de andere faculteiten. Eindelijk mag ik twee ten aanzien van. hun „exitus" nog onbepaalde zaken niet geheel stilzwijgend voorbijgaan, die, zo ze al als zodanig buiten het gebied van het leven en de lotgevallen onzer Universiteit liggen, toch in elk geval voor haar van zeer bijzonder belang zijn, althans kunnen worden ; de reeds in het vorig jaar ingestelde en door mijn voorganger in zijn Verslag dan ook genoemde commissie voor reorganisatie van het Hoger Onderwijs, en de wettelijke Staatsregeling van de subsidiëring van het bijzonder Hoger Onderwijs, waarvan de aankondiging in de Troonrede van 23 Juli 1946 insgelijks nog door den vorigen Rector kon worden aangestipt, de indiening echter eerst onlangs heeft plaats gevonden. Over

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen