Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 149

145

koorlijks. U vooral zal het licht vallen de zorgen, die het rectoraat brengt, te dragen. Met liefde toch voor de V.U. zijt gij erfelijk belast. Daar is in de geschiedenis onzer universiteit geen jaar aan te wijzen, waarin de naam Grosheide niet in haar boeken voorkomt. Bij haar oprichting in 1880 nam Uw Vader aan de organisatie belangrijk aandeel door als secretaris van het Amsterdams locaal Comité op te treden. En sindsdien treffen wij jaar op jaarden naam Grosheide aan onder de leden, onder de leden van het lokaal comité, de commissie tot controle der financiën, de studenten, de lectoren, de hoogleraren, de directeuren. De oudheid kende de glebae adscripti, horigen aan den bodem vastgeklonken. Gij zoudt kunnen worden gerekend tot de universitati adscripti, de erfelijk met de Universiteit verbondenen. Niet door slaafse onderworpenheid of tyranniek bevel, maar door innerlijken drang des harten. Moge gij evenals ik thans, aan het einde van uw rectoraat kunnen getuigen : geen last, een lust was het mij. Salve rector iterumque salve. GodeS rijke zegen omringe u en Hij verhore de bede die rijst uit uw, uit ons hart: Dat de V.U. leve, groeie en bloeie. Vivat crescat, floreat academia nostra !

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen