GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1952/1953 - pagina 88

Bekijk het origineel

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1952/1953 - pagina 88

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

80

werp H.O.-wet. Vergelijkt men dit voorstel met het project der Commissie van der Pot, dan mag dankbaar worden geconstateerd, dat het aan tal van bezwaren, in de minderheidsnota van Donner Jr en in de betreffende missive van den Senaat onzer Universiteit naar voren gebracht, tegemoetkomt. Toch blijft er reden voor critiek. Daarbij moge ik, i.v.m. het karakter van dit uur, alles wat uitsluitend de Rijksuniversiteiten raakt, terzijde laten en ook de regeling van het subsidie-vraagstuk zwijgend voorbijgaan. Ook wat den geprojecteerden Hogen Academischen Raad betreft bepaal ik me — onder verwijzing naar de reeds gememoreerde critiek, die op dit punt in het ontwerp allerminst werd ondervangen — tot de vraag, of wellicht de realisering van wat den voorstanders dezer innovatie voor ogen staat, niet mede ware te bereiken door aan het Rectorencollege bepaalde bevoegdheden te verlenen. Datgene waarop het me momenteel echter voornamelijk aankomt, is iets dat rechtstreeks verband houdt niet met bedoeld ontwerp, maar met de suggestie, dat de onderlinge verhouding van volkskracht en overheidstaak bij het Hoger onderwijs in dier voege ware te regelen, dat een Universiteit als de onze gevoegelijk zou kunnen inkrimpen tot een complex van bijzondere leerstoelen voor principiële vakken aan Rijksuniversiteiten. Tegen deze suggestie rijzen ernstige bezwaren. Zij raken uiteraard niet het instituut der bijzondere katheders aan openbare Universiteiten en Hogescholen op zichzelf. In een land met een religieus zó gemengde bevolking als het onze waarborgt de mogelijkheid der oprichting en instandhouding van dergelijke leerstoelen de rechten van hen, die in het aan bedoelde inrichtingen onderwezene h.i. essentiële bestanddelen missen. En daar het tijdstip, waarop het Calvinistisch volksdeel een zó volledig uitgegroeide Universiteit zal bezitten, dat men allen, die een visie op enig onderdeel nauwkeurig willen leren kennen, zonder meer naar deze Universiteit verwijzen kan, wel nimmer zal aanbreken, zal men, nog geheel afgezien van onze missionaire roeping jegens anderen, ook onzerzijds van dit instituut gebruik dienen te maken. Wanneer een inrichting voor openbaar hoger onderwijs de plaats die zij in ons volksleven inneemt goed ziet,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952

Jaarboeken | 122 Pagina's

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1952/1953 - pagina 88

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952

Jaarboeken | 122 Pagina's