Jaarboek 1956-1957 - pagina 82

opgedragen het contact met het bureau van de Studentenraad, waaronder kamerhulp en arbeidsbemiddeling ressorteren. Uit het leven der studenten zij opzettelijk vermeld, dat dit jaar weer een politiek-sociale dag werd gehouden. Deze vond plaats op 27 februari en was gewijd aan de verhouding en taak van religie en kerk ten opzichte van maatschappij en politiek. Als sprekers fungeerden Prof. Dr. B. van Bilzen O.F.M, en Prof. Dr. Herman N . Ridderbos, terwijl de leiding der discussie berustte bij Prof. Dr. J. J. de Jong. Verder heb ik geen aanleiding om over het leven der studenten uit te weiden. Mijn voorganger bracht dit onderwerp vrij uitvoerig ter sprake. Daarbij sluit ik mij in het algemeen gaarne aan. Herhalen wil ik de wens, dat het studentencorps aan de Vrije Universiteit onder de zinspreuk „Nil Desperandum Deo Duce" de enige corpsgemeenschap blijve voor de mannelijke studenten. Ik mag niet verhelen, dat er op dit gebied moeilijkheden zijn. Het grote aantal der studenten doet de vraag rijzen, of de bedoelde eenheid, hoe begerenswaardig misschien ook, in feite wel te bereiken valt. Sommige op zich zelf staande verenigingen van studenten hebben een federatie gevormd en officieel aanhangig gemaakt het verzoek om erkenning op voet van gelijkheid met het genoemde studentencorps. Een beslissing te dien aanzien kon door de Senaat nog niet worden genomen. Het zou dus ontijdig zijn over dit punt hier in nadere beschouwingen te treden. Maar het kan, dunkt mij, geen kwaad er op te wijzen, dat op alle manieren behoort voorkomen te worden het ontstaan van een situatie, waarbij studentenorganisaties zich scherp tegenover elkander stellen en elkander gaan bestrijden. Het belang van de Vrije Universiteit gedoogt een dergelijke toestand niet. Het ideaal van onze Universiteit is een eigen gemeenschap te vormen. Deze gemeenschap verdraagt in haar midden niet een door tegenstellingen beheerste groepsvorming, maar eist bij gerezen moeilijkheden het gezamenlijk zoeken naar een bevredigende oplossing. Ik voeg er aan toe, dat haar eigen geaardheid niet toelaat, dat leden van deze gemeenschap, en ook de studenten zijn dit, zich doen opnemen in een studentenorganisatie, welke in een andere universiteit is geïncorporeerd. Aan het slot van dit onderdeel vermeld ik nog, dat met in-

80

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen