Jaarboek 1961-1962 - pagina 144

denis, orientalia, economie, psychologie, sociologie, geografie en poHticologie; b. de medische bibliotheek; c. de bibliotheek voor wiskunde en de natuurwetenschappen en d. het Bilderdijkmuseum, de platenverzameling en dergelijke. Deze reorganisatie en de plannen voor het toekomstige bibliotheekgebouw hebben samen verschillende consequenties. Zo zal heel het boekenbezit opnieuw genummerd moeten worden. Er zullen nieuwe catalogi gemaakt moeten worden van al het bezit. De Heer T. D. Smid, die zo goed vertrouwd is met het bestaande, zal de aanwezige systematische catalogus verder bijwerken. Het bezit aan handboeken, naslawerken en bibliografieën zal erg vermeerderd moeten worden, ook al zijn deze werken bijzonder kostbaar. En dan is het nodig dat ook steeds meer al de werken aangeschaft worden die voor onderwijs en onderzoek nodig zijn, terwijl de collectie op een aantal specifieke gebieden volledig gemaakt moet worden. In het verleden werd wel eens de vraag gesteld of de Vrije Universiteit wel een eigen bibliotheek nodig had. Jarenlang werd de bibliotheek beschouwd als een eigen aanvulling van de bibliotheek der Gemeentelijke Universiteit. Maar nu het aantal studenten, hoogleraren en wetenschappelijke medewerkers snel toeneemt en geheel de universiteit naar de rand van de stad zal verhuizen, wordt het hoog tijd om een eigen, volwaardige universiteitsbibUotheek op te bouwen. Kiest men eenmaal voor dit standpunt, dan betekent dit dat er voor vele jaren werk te doen valt boven het normale. Er zal een sterke uitbreiding moeten komen inzake personeel, ruimte en budget. Al vele jaren werd gevraagd om uitbreiding, maar thans is deze vraag er één van geheel andere proportie. Want alleen bij een vermenigvuldiging met drie tot vijf van de jaarlijkse behoefte kan de bibliotheek die plaats gaan innemen in het geheel van de universiteit, die thans nog onbezet is, omdat de bibUotheek nog in de kinderschoenen staat. Een en ander werd reeds voorzien door Prof. Dr. J. Wille toen hij in zijn laatste jaarverslag (Jaarboek 1959/50) het volgende schreef: „Zonder iets te kort te doen aan hoogheid en gezag van Directeuren en Curatoren, mogen wij wel stellen, dat de universiteit feitelijk gevormd wordt door professoren en studenten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen