Jaarboek 1961-1962 - pagina 92

door idioten of zichzelf wegcijferende genieën zou worden gezocht, 1) dat een uittocht van intellect Europa havent, 2) en dat hoogleraren voor geen activiteit te goed worden gehouden. Hun aanzien is nog altijd behoorlijk. 3) De specialist is niet per definitionem geestelijk eenkennig, al moet de dreiging van beperktheid niet gering worden aangeslagen. Wanneer een docent meent, dat de universiteit, wil zij haar taak recht vervullen alleen nog wat meer aan het door hem gegeven vak moet doen 4) en een ander, vernemend dat Sanskriet en archeologie nog op het rooster prijken, 5) denkt dat de zaak daarmee gered is, moet helaas geestelijke bijziendheid worden aangenomen. Men treft haar gelukkig niet algemeen aan, zomin als kleingeestigheid en verkeerde eerzucht. 6) Waartoe zou aan studenten bij een behoorlijke bezetting van leerstoelen geen passende zorg te geven zijn? Deze laatsten hebben de kans bij een verstandig gestelde studieduur 7) heel wat aan zelfopvoeding te doen. Het lijdt geen twijfel dat hun positie dubbelzinnig is: ofschoon vandaag kinderen in de wetenschap, verlaten zij morgen, geestelijk misschien onvolwassen, de universiteit en komen uit hen overmorgen de leiders van een aanbrekende periode voort. Hen kenmerkt de tweeslachtigheid. Bij de een bestaat er tussen huiselijk en academisch milieu een kloof; bij de ander werkt het verscheurde gezin na, waarin hij opgroeide; sommigen zijn kinderen en van anderen is het karakter

84

^) Hans Anger; Probleme der deutschen Universitiit 376. ^) Dat Amerika ten koste van Europa goede geleerden verwierf, is een feit, zie ook Increasing the Effectiveness of Western Science. Brussel I960, 11; maar van emigratie te spreken wordt overdreven. ^) Vergelijk F. van Heek: Sociale stijging en daling in Nederland l. Leiden 1958, 25, 32. *) Hans Anger: Probleme der deutschen Universitat 287. ^) Hans Anger: Probleme der deutschen Universitat 286. ^) Niet alle begeerte iets te bereiken is verkeerd; vergelijk het bij J. B. Conant The Citadel of Learning New Haven 1956, 6 te vinden verlangen van Milton: „to leave something so written to aftertimes, as they should not willingly let it die". '') Nimmer mag worden vergeten dat de zich uitbreidende stof niet op een zich evenzo uitbreidende tijd mag rekenen, vergelijk Walter Moberly: The Crisis in the University. London 1949, 200, die weer Bernal citeert.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen