GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1964 - pagina 114

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1964 - pagina 114

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

mij in de eenzaamheid van mijn geloofsbeslissing ontmoet en bevrijdt van mijzelf tot de openheid voor medemens, donker noodlot en de steeds weer genadig tot mij komende God. Dat mij van aUe zekerheden berooft, en mij ongedwongen, zonder kramp, open stelt. Hoezeer hij hierin ook van de oud-liberale theologie verschilt, vergeten wij niet, dat B. „ontmythologiseert" de Bijbelse openbaring inzake Christus' borgtochtelijk lijden, en eveneens de Bijbelse openbaring inzake de opstanding van Christus, Dit te moeten geloven, zou z.i. niet minder dan de eis van een „sacrificium intellectus" zijn. Ook de paradox kan hier geen hulp bieden. De synthese heeft derhalve ten gevolg, dat geen existentiefilosoof hem bij kan vallen, en dat B.'s poging, om binnen de „Existenzial-Analytik" aan de ,,Gottesfrage" als de verholen vraag, die in ieder mens wezenlijk aanwezig zou zijn, zonder dat hij zich hiervan bewust hoeft te zijn, een plaats te geven, in strijd is met alle existentie-filosofie. Het feit van Gods eschatologische heilsopenbaring en van Gods eschatologisch openbaringsheil is derhalve verrassend; de mogelijkheid er toe zou reeds in een ,,Existenzial"-analyse van de mens kunnen worden blootgelegd: Zo de nieuwe existentie-filosofie van Bultmann. Ze heeft aan de andere zijde tot gevolg, dat de Bijbelse openbaring inzake God en Zijn heil aanzienlijk wordt gereduceerd, ja zelfs verkracht, zoals duidelijk blijkt uit de loochening van Christus' borgtochtelijk lijden en uit de loochening van de Opstanding van Christus. Vandaar, dat de paradox niet zo zware last op haar schouders krijgt. De existentie-filosofische antropologie convergeert reeds naar B.'s theologische antropologie, en zijn theologische antropologie convergeert reeds naar zijn existentie-filosofische antropologie. Vandaar, dat noch het humanistisch existentialisme noch het Schriftgelovig belijden van de orthodoxie — Lutherse, Gereformeerde, Rooms-Katholieke en Oosters-Orthodoxe — met B. in zee gaat. Begrijpelijk is echter, dat B. dit orthodoxe geloof bestrijdt met wapenen aan de existentie-filosofie, en het humanistischexistentialisme bestrijdt met wapenen aan de orthodoxe belijdenis van de rechtvaardigmaking-door-het-geloof alleen ontleend. Maar vandaar ook, dat geen van beide bestreden par114

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Jaarboeken | 170 Pagina's

Jaarboek 1964 - pagina 114

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Jaarboeken | 170 Pagina's