GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1964 - pagina 45

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1964 - pagina 45

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

veeleisend, maar daarbij toch zeer soepel. Zijn woord was nimmer kwetsend, want hij had een teer gemoed en wist het eerlij k-menselijke in anderen naar waarde te schatten. Wars van alles wat naar ,,tactiek" zweemde, gaf hij ronduit zijn mening en marchanderen in principiële zaken was hem een gruwel. Met hem is een oprecht Christen heengegaan, die niet schroomde in zijn wetenschap zijn overtuiging te belijden. Niet alleen bleek dat in de beoefening der literatuurwetenschap, waarheen zijn belangstelling in de eerste plaats uitging, maar ook in zijn onderzoek van taalkundige vraagstukken. Hiervan spreken in het bijzonder de roerige dagen van 1934, toen hij, rector magnificus geworden, zijn moedige rede uitsprak „Taalbederf door de school van KoUewijn". Al was hij niet de auctor intellectualis van het adres van den Senaat der Vrije Universiteit aan den Minister van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen, hij stond er volledig achter. Het heeft hem zeer teleurgesteld, dat hetgeen de Senaat als principieel-verwerpelijk had gebrandmerkt, door zoveel mannen uit het Christelijk onderwijs zonder meer werd aanvaard. En veel jaren later, toen de wet van 1947, die nog steeds van kracht is, slechts de mogelijkheid toeliet de buigings-n achterwege te laten, maar bijna iedereen dit opvatte als een gebod, heeft Wille zich diep bedroefd over hun houding. Het publicistisch werk dat Wille heeft nagelaten, mag niet omvangrijk genoemd worden. Dat kon het ook niet zijn: de tijd heeft hem ontbroken. Toch onderschatte men het anderzijds niet. Het is een goede daad geweest, dat onlangs een aantal literair-historische opstellen van zijn hand gebundeld zijn (1962). Een waardig monument ter ere van een eminent geleerde, dat besluit met een bibliografie van zijn geschriften, een verrassende lijst van drie bladzijden lang. Wille is ook na zijn emeritaat blijven werken, 20 lang het hem mogelijk was. Langzamerhand echter begaven hem zijn krachten, lichamelijk - hij kon ten slotte niet meer lopen - en ook geestelijk. Het tragische was, dat hij dit zelf besefte, zodat hij steeds minder sprak. Hij zweeg liever dan dat hij iets zou zeggen, waarvan hij misschien de verantwoording niet zou kunnen leveren. Een regel uit een brief van hem (juli 1961) wil ik hier slechts laten spreken: „ . . . Ik ga geleidelijk achteruit, geloof ik wel te gevoelen. Ik hoop en bid, dat het definitieve eind ook rustig en vredig moge zijn . . ." 43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Jaarboeken | 170 Pagina's

Jaarboek 1964 - pagina 45

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Jaarboeken | 170 Pagina's