GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1964 - pagina 135

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1964 - pagina 135

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

outillage, terwijl de oprichter van een opleidingsinstituut allereerst vraagt naar de te verwachten toeloop van studenten. Tegelijkertijd hangen wetenschapsbeoefening en wetenschappelijk onderwijs weer samen, omdat assistenten voor het wetenschappelijk onderzoek uit de studenten worden gerekruteerd, enz.. Toch is het goed op beide aspecten de aandacht te vestigen. 2.

Intern-universitaire voor- en nadelen van concentratie

a. Voordelen 1. Het docentenpotentieel kan beter worden benut. Dit is vooral van belang zolang dit potentieel nog klein is. 2. Het onderwijs- en onderzoekprogramma kan, waar nodig, enerzijds beter worden gedifferentieerd en anderzijds beter worden gecoördineerd. 3. De contactmogelijkheden tussen de docenten alsmede de studenten zijn veelzijdiger en vruchtdragender. 4. De exploitatie is goedkoper. Men bedenke, dat het protestants-christelijk volksdeel — zelfs bij de nieuwe financiële regeling voor het wetenschappelijk onderwijs — in stijgende mate zal moeten bijdragen voor de instandhouding van de Vrije Universiteit. h. Nadelen 1. De gemeenschapsband in het hooglerarencorps wordt te los. 2. Er treedt massalisering onder de studenten op. 3. De aantrekkingskracht voor veraf wonenden wordt geringer. Deze nadelen mogen niet uit het oog worden verloren. Indien de groei van de Vrije Universiteit zich in het huidige tempo voortzet, zou in 1970 moeten worden gerekend op 6000 studenten, en in 1980 op 12000 studenten. Dit lijkt weliswaar niet waarschijnlijk, maar kan evenmin worden uitgesloten. 3. In hoeverre leeft in het christelijk volksdeel de behoefte aan meer inrichtingen voor christelijk wetenschappelijk onderwijs ? a. Het rapport „Spreiding hoger onderwijs" gaat er min of meer van uit, dat het openbaar wetenschappelijk onderwijs 135

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Jaarboeken | 170 Pagina's

Jaarboek 1964 - pagina 135

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Jaarboeken | 170 Pagina's