Jaarboek 1966 - pagina 95
lijke ontwikkeling geen bezwaren heeft, waag ik niet te beslissen, al doet de uitroep „patiënt B heeft v'erhoging" mij prettiger aan dan „bed C vertoont kortsluiting". Met betrekking tot de medicus vermeld ik een woord van Plato dat hij iets van de regeerder heeft. De Griekse wijsgeer voegde er aan toe: omdat hij heerst over het lichaam. Men krijgt de indruk dat de zeggenschap zich bij tijd en wijle verder uitstrekt. Er is zelfs een gezegde dat medici evenals koningen geen tegenspraak dulden. Hoe dit zij, in het academisch ziekenhuis wordt de arts naar verschillende kanten tegelijk getrokken. Hij is geneesheer, dus staat voor hem uiteraard de patiënt in het middelpunt. Tevens moet hij onderricht geven en zal hij aan de patiënt zijn leerlingen bepaalde ziekteverschijnselen moeten demonstreren, zal hij ten overstaan van de betrokkene misschien zeer delicate zaken moeten bespreken. Het is naar verluid gebeurd dat een chirurg over een binnenkort wenselijke operatie ten overstaan van het in bed liggende slachtoffer dermate realistisch sprak, dat deze op het hoogtepunt van de uiteenzetting bezwijmde. In de derde plaats is er het onderzoek: gelijk iedere wetenschap is ook de medische op weg. De operatie aan het hart, de transplantatie van de nier zijn met redelijke kans op slagen mogelijk geworden dank zij aanvankelijk zeer gewaagde en zeldzame ingrepen. In hoever moeten aanstaande dokters, die tegelijk met het artsenexamen de volledige bevoegdheid zullen verwerven met het zeldzame in kennis gebracht, terwijl influenza, kinkhoest, mazelen gebrekkig worden beheerst. Hoe gemakkeUjk wordt het ziektenpatroon in zijn uitzonderlijke verscheidenheid voor straks practiserende arts niet nagenoeg onbruikbaar ? Gelukkig bewijzen de feiten dat juist bij de in academisch raam werkende medicus, die - het zij ruiterUjk toegegeven aan aparte verleidingen, zo die der waan van creatuurUjke alwetendheid bloot staat, de deugden van de ware geneesheer zich voortreffelijk kunnen openbaren. Een aparte plaats houden in een universitair ziekenhuis de studenten bezet. Zij zelf hebben er over geklaagd - enkele leermeesters zijn hen bijgevallen - , dat zij nog al eens als voetveeg worden bejegend. De professoren beschouwden hen als kinderen; de wetenschappelijke assistenten ,,bebaasden" hen; hoofdverpleegsters koesterden voor hen als potentiële verleiders van jonge zusters een duidelijke afkeer; zonder ver93
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966
Jaarboeken | 168 Pagina's
![Jaarboek 1966 - pagina 95](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/jaarboeken/jaarboek-1966/1966/01/01/1-thumbnail.jpg)