GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1970 Vrije Universiteit Amsterdam - pagina 47

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1970 Vrije Universiteit Amsterdam - pagina 47

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 9 mei sprak Van Randwijk op de Dam de duizendkoppige menigte toe, bracht de dank van ons volk over aan de Canadese opperbevelhebber, herdacht de gevallenen en zei vervolgens: „Wij hebben vijf jaar verloren, maar we zullen een eeuw hebben te winnen" . . . Dezelfde gedachtengang verwerkte hij later in zijn „Bericht aan de levenden": „Verwijl niet te lang bij het verdriet om hen die wij missen. Zoek niet de doden, zoek de levenden. Zoek daar waar dit volk woont en werkt!" Het thema of wij het kwart van de eeuw dat nu is voorbij gegaan hebben verloren of gewonnen, is stellig niet het onze vanmiddag. Wel echter, dacht ik, of we ons na vijfentwintig jaar nog kunnen openstellen voor de inspiratie en impulsen die we aan hun leven en dood mogen ontlenen. Als we hiernaar willen zoeken geloof ik dat het goed is, dat we ons realiseren wat ze deden. Ik denk aan de studenten onder hen. Toen de meerderheid van ons volk nog niet aan verzet dacht - het woord was trouwens nog niet uitgevonden - gingen zij van de collegebanken rechtstreeks naar een zolderkamer of een klein drukkerijtje, waar een stencilmachine stond om een blaadje in elkaar te zetten. Zij gingen naar mensen van wie zij wisten dat zij vrienden waren en die zij soms persoonlijk niet kenden. Zij vroegen om geld, want hun laatste centen waren op. Zo ging het aan onze universiteit, zo ging het ook aan andere. Ik denk aan de dominee, pastoor, advocaat en burgemeester, die zich plotseling voor een geweldige beslissing zag gesteld. Moet ik dat niet in het openbaar zeggen? Mag ik een compromis sluiten met de geest uit de afgrond, die mij vraagt te verklaren, dat ik geen Jood ben? Mag ik de jongens van dat blad een artikel weigeren? Moet ik mijn huis niet openstellen voor de knokploeg? Maar ik denk ook aan de tallozen in onze gemeenschap en daarbuiten die door het beschikbaar stellen van geld, een maaltijd, een bed, een vervoermiddel, door een vriendelijk woord, een woord van troost, van moed en vertrouwen en door allerlei hand en spandiensten, aan wat men noemt „het verzet" zo typisch het karakter heeft gegeven van verzet van geheel het volk, terwijl b.v. in Joego-Slavië en ten dele ook Frankrijk veel meer dan in Nederland het verzet een duidelijk militair aspect had. Het onderscheid is schematisch en niet meer dan een hulpmiddel om de kern van de vraag te zoeken. Waarbij dan tevens een veel voorkomend misverstand uit de weg moet worden geruimd. Het verzet was immers niet de zaak van organisaties maar van 45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Jaarboeken | 180 Pagina's

Jaarboek 1970 Vrije Universiteit Amsterdam - pagina 47

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Jaarboeken | 180 Pagina's